21 APRIL 1983
964
bottleneck te zitten; die gaat zich met name bij
de hele begeleiding van het project voordoen, waar
voor we nu weer ad-hoc-oplossingen zullen moeten
vinden.
Op de algemene kritiek inzake teveel of te
weinig welzijn in de onderhavige nota meen ik
hiermee voldoende te zijn ingegaan. Misschien be
vatte de nota sociaal-economisch beleid teveel van
het economische aspect en is naar de mening van
sommigen in de voorliggende nota teveel welzijn
verwerkt. Als men echter de beide nota's naast el
kaar legt, waarbij men wat mij betreft ook de nota
"Werklokaal" mag voegen de heer Martens deed
dat eveneens ziet men een totaal aan activitei
ten en maatregelen, die een evenwichtig beleid
tussen de drie hoofdfactoren, inclusief opvang en
het op peil houden van de beroepskansen, mogelijk
maken.
Ik wil voorts op de diverse concrete vragen
ingaan. Inderdaad betreft deze nota een aanzet,
een eerste nota inzake het jeugdwerkplan mét alle
feilen, die ik erken; het college heeft daar echt
wel oog voor. Ik meen echter ook dat dit een rede
lijk goede aanzet is.
De W.V.M. is niet op basis van deze nota plot
seling uit de lucht komen vallen, want al eerder
is in Breda daaraan uitvoering gegeven; deze rege
ling wordt maximaal uitgenut. In de richting van
de heer Van Duijl merk ik op dat op dit moment
voldoende W.V.M.-plaatsen te bedenken zijn en dat
het aantal aanvragen, met name van de gemeente,
bij het arbeidsbureau vele malen groter is dan het
aanbod. Helaas worden de W.V.M.-plaatsen binnen
het kader van de budgettaire mogelijkheden van het
gewestelijk arbeidsbureau op dit moment slechts
mondjesmaat toebedeeld, althans wanneer het gaat
om nieuwe. Wij moeten er natuurlijk ook, zeker van
af september, rekening mee houden dat sommige pro
jecten nog wel zullen uitlopen, zodat wij veilig
heidshalve een aantal voorzieningen zullen moeten
treffen om ervoor te zorgen dat die projecten, zij