967 21 APRIL 1983 raad binnenkort zal worden geïnformeerd. Door de heer Littooij is gevraagd er alles aan te doen om te voorkomen dat dit geld teruggaat. Het zal vol strekt duidelijk zijn dat het college inderdaad zal proberen daaraan al het mogelijke te doen. Gelukkig ziet het ernaar uit dat dit streven ook zal worden beloond. Vervolgens vroeg de heer Lit tooij of in verband met het eventueel teruggeven van geld het servicebureau in gevaar zou kunnen komen. Ik durf met de hand op mijn hart te verkla ren dat blijkens alles wat het college op dit mo ment weet de start van het servicebureau niet in gevaar zal komen. Het lijkt er gelukkig op dat dit ten aanzien van de andere projecten evenmin het geval zal zijn. De raad zal hierover binnenkort beter worden geïnformeerd dan via De Stem. De heer Martens heeft gepleit voor overleg met de werkgevers- en werknemersorganisaties bij het verder gestalte geven aan en uitbouwen van het beleid, op welk punt ik het met hem eens ben. Ik meen dat wat dit betreft ook een goede taak aanwezig is voor de Adviesraad voor de Werkgele genheid, waarin juist die disciplines bij elkaar komen; van die raad zou zeker advies kunnen worden gevraagd. Inzake de W.V.M.'ers van 23 jaar en ouder ontbreekt het niet geheel en al aan faciliteiten. Waarschijnlijk zullen er voor de gehele regio voor twee mensen budgettaire middelen beschikbaar ko men, waarbij moet worden bedacht dat niet alleen door de gemeente Breda aanvragen zijn ingediend, maar onder meer ook door ziekenhuizen. Ik heb al toegezegd dat wij zeker bij de rijksoverheid datgene zullen gaan bepleiten waar op de heer Martens doelde, hetgeen ik graag, con form de suggestie van de heer Martensmet de factor begeleiding wil uitbreiden, aangezien die een minstens even essentieel onderdeel uitmaakt als de regelingen zelf, die meer structureel van karakter moeten worden. De heer De Bruijn wil ik erop wijzen dat niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 967