976 9 MEI 1983 De VOORZITTER: Ik begrijp dat de heer De Werd iets over de orde wil zeggen. De heer DE WERD: Ik wil u verzoeken agenda punt 25 met voorrang in behandeling te brengen, dit om persoonlijke redenen. De VOORZITTER: Ik heb in het algemeen wat be zwaren tegen het aanbrengen van verschuivingen in de agenda, omdat daardoor mensen in het ongerede kunnen worden gebracht. Het kan zijn dat leden van de raad of mensen uit het publiek met een derge lijke verschuiving problemen hebben. Mij dunkt dat niet de vrees behoeft te bestaan dat de agenda vanavond niet zal worden afgehandeld. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Kan voor het gedane verzoek een reden worden gegeven? De VOORZITTER: Die is niet aangegeven. De heer DE WERD: Een collega van mij is voor deze behandeling aanwezig en hij moet al vroeg weg. Dat is de enige reden. Als leden van de raad moeite met mijn verzoek hebben, bijvoorbeeld omdat zij erop hebben gerekend in de pauze over dit punt te kunnen beraadslagen, hoor ik dat uiteraard graag. Ik zou het echter zeer op prijs stellen in dien dit punt naar voren zou kunnen worden gehaald. De VOORZITTER: Ik stel de raad voor de aange geven volgorde van de agenda in acht te nemen. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Ik wil in derdaad in de pauze over dat onderwerp nog overleg plegen. De VOORZITTER: De aangegeven volgorde zal derhalve worden gehandhaafd. 2. INGEKOMEN STUKKEN:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 976