9 MEI 1983 999 is gebleken. Voorts zijn wij van mening dat de raad wat weinig van de ontwikkelingen op de hoogte is ge houden. Het Koninklijk Besluit dateert van febru ari 1982 en nadien hebben zich nog enkele compli caties rond de uitvoering daarvan voorgedaan. Wij vinden het vanzelfsprekend dat commissie en raad van zaken als deze in een eerder stadium op de hoogte worden gebracht. Dit lijkt ons ook bij toe komstige situaties van belang. De heer BOKKELKAMPOok onze fractie is er blij om dat eindelijk deze blinde vlek in de be groting is uitgewist, al wordt hiermee wel een enorm gat in onze reserves geslagen. Wij mogen de betreffende wethouder complimenteren met zijn vooruitziende blik inzake het leggen van een claim op de reserves, want dit blijkt zeer prudent be leid te zijn geweest; wij kunnen deze lasten daar door in ieder geval op dit moment opvangen. Verder moet een compliment worden gemaakt voor het stre ven van Breda om in het kader van de totale milieu problematiek, het hoogheemraadschap, de waterzui vering en dergelijke vooruit te lopen. Het is jam mer dat dit nu is mislukt, mede vanwege de enorme financiële consequenties, maar niettemin zijn wij er blij om dat de kwestie nu op deze wijze kan worden afgehandeld. De heer CRUL: In de commissie hebben wij nog gevraagd of de 400.000,die meer is gereser veerd dan nodig is aan de algemene reserve in plaats van aan de saldireserve kan worden toege voegd. Misschien is daarover nog nagedacht. Wij hebben dit met name gevraagd omdat de algemene re serve wat meer armslag biedt dan de saldireserve Ik kom nu op de zaak als zodaniginderdaad een zeer langlopende kwestieUit het stuk wordt eigenlijk niet helemaal duidelijk waar het precies om gaat; het is volgens ons met name voor de inge- voerden in deze materie geschreven. Wanneer je de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 999