24 OKTOBER 1985
999
zich in principe voor vijf jaar zou willen binden, behoudens na
tuurlijk de vrijheid van de raad om in 1986 eventueel de subsi
diëring te stoppen. Ten aanzien van het C DA-amendement blijf
ik zeggen dat wij wel begrip hebben voor het standpunt van de
nieuwe raad die bepaalt in het nieuwe programakkoord wat er op
diverse beleidsterreinen op ontwikkelingssamenwerking gaat ge
beuren. Dat is ook niet bestreden en U mag ook niet uit de for
mulering van het voorliggende voorstel afleiden, dat wij iets
anders zouden kiezen. Het gegeven dat de stichting, behoudens
in bijzondere gevallen, in redelijkheid kan aannemen dat ze
vijf jaar bezig kunnen zijn met projecten, geeft meer vertrou
wen aan de stichting om met enthousiasme de taken aan te van
gen. Het geeft ook meer vertrouwen aan de stichting om de voor
lichting over meerjarige projecten onder de Bredase bevolking
op te starten. Het lijkt er een beetje op, maar ik kan het niet
bewijzen en het zal ook niet de bedoeling zijn, dat de raad
hier een voorschot wil nemen op een breuk die volgend jaar met
betrekking tot dit beleidsonderdeel eventueel zou kunnen ont
staan. Als het C.D.A. dat ontkent, dan wil ik dat graag aanvaar
den en ik hoop dan ook dat de stichting het wil aanvaarden en
dat daarmee bij de stichting het vertrouwen mag blijven bestaan
dat in redelijkheid de raad zich ook in de toekomst met dit be
leidsterrein wil bezighouden.
De heer HENDRICKS
Maar dan zou de term "onverhoopt" een onjuiste zijn, want die
zou dan betrekking hebben op het eigen standpunt en in het alge
meen kun je je eigen standpunt beïnvloeden.
De VOORZITTER
Ik zou tenslotte de standpunten van het college willen verduide
lijken. Het meest logische is dat het college vasthoudt aan het
eigen voorstel maar in de standpuntbepaling binnen het college
zit natuurlijk een haalbaarheidsstrategie, want het zou kunnen
zijn dat verwerping van het ene en aanvaarding van het andere,
in combinatie ertoe zou kunnen leiden dat het hele voorstel van
tafel gaat. Dat wenst niemand in het college. De meerderheid
van het college is bereid het amendement van het C.D.A. te aan
vaarden want verwerping van dat amendement, zo vrezen wij, zou
tot tegenstemmen van de C.DA-fractie leiden. Verwerping van
het VVD-amendement zou ook tot tegenstemmen leiden van de
V.V.D.-fractie en samen opgeteld zou dan het hele voorstel van
de baan zijn. Dat willen wij niet. Wij nemen aan dat de raad
dat ook niet wenst en om die reden zullen de VVD-wethouders
in het college vóór het amendement van de V.V.D.-fractie stem
men. De leden van het C.D.A. en van de V.V.D. zullen vóór het
amendement van de CDA-fractie stemmen. Uiteindelijk zal dan
duidelijk zijn dat een meerderheid van het college en van de
raad vóór, eventueel geamendeerd, het voorstel is.
De heer SCHARFF
Ik heb de C.D.A.-fractie niet horen verklaren wat ze gaan doen
als hun amendement niet wordt aangenomen.