24 OKTOBER 1985 1003 de discussie willen volgen, dat ze misschien tengevolge van het optreden van enkelen, straks allen de tribune moeten verlaten. De Dat zal ook niet de bedoeling van de enkelen zijn, die nu voor- Wil werpen naar beneden gooien. Ik verzoek U dat na te laten, an- ove ders moet ik voorstellen de tribune te ontruimen. mer en De heer DE ZWART Ik had net geconstateerd dat de standpunten over de wenselijk- De heid van kernenergie van de diverse partijen erg duidelijk zijn Met en dat wat ons betreft in ieder geval de poging om elkaar te wil overtuigen van eikaars standpunten, op dit moment een gepas- de seerd station is. Het voorstel wat nu aan de orde is, behandelt wee naar onze mening terecht niet meer en niet minder dan de visie nie van Uw college op de planologische aspecten van elektriciteits- ver opwekking op basis van nieuwe kerncentrales in het algemeen en pla uiteraard speciaal die van de mogelijke vestiging van dergelij- men ke centrales op Moerdijk. Gezien de verschillende opvattingen del in deze raad over de wenselijkheid van meer kernenergie staat tig het voor ons vast dat een zakelijke discussie over enkele plano- ges logische aspecten gebonden aan de vestiging van kerncentrales ven binnen deze raad niet of nauwelijks mogelijk is. Met andere lig woorden de stellingen zijn betrokken. Tegen deze achtergrond wij willen wij ons dan ook beperken tot U nogmaals in hoofdlijnen de de visie van de^ C.D.A.-fractie met betrekking tot de eventuele and vestiging van één of meerdere kerncentrales op het industrie- moe terrein Moerdijk in het kader van de PKB-procedure uiteen te zij zetten. eer ijk De heer DE BRUIJN sen Als de heer De Zwart constateert dat er geen zakelijke discus- der sie mogelijk is, omdat er van tevoren standpunten ingenomen voc zijn, en hij verklaart vervolgens zijn standpunt, dan neem ik wor aan dat hij bedoelt dat er geen zakelijke discussie met het tag C.D.A. mogelijk is omdat hij alleen met zijn standpunt komt. de lij De heer DE ZWART gin Ik heb vanuit onze visie gesproken. Dat heb ik twee keer gezegd in in het eerste stuk wat ik gepresenteerd heb. Allereerst onze hie zienswijze op de door de regering gehanteerde criteria voor de waardering van de mogelijke vestigingsplaatsen. De C.D.A.-frac- Mev tie is van mening dat met de negen gehanteerde criteria op zich De alle planologische relevante aspecten aan de orde worden ge- mee steld. Met betrekking tot de inhoudelijke beoordeling van de raa criteria willen wij er geen enkele onduidelijkheid over laten baa bestaan, dat wij ons hier in hoge mate laten leiden door de in eer de nota vestigingsplaatsen voor kerncentrales verstrekte infor- de matie en gegeven voorstelling van zaken met betrekking tot de Ik aan de vestiging van kerncentrales verbonden risico's. Gelijk ik willen wij hieraan toevoegen dat wij op geen enkele twijfelen kei aan de deskundigheid van de door de regering geraadpleegde orga- hei nisaties en personen. Kernenergiedeskundigheid bezitten wij var niet of nauwelijks en willen wij ons als fractie ook niet aanma- pun tigen. Helaas tonen anderen deze zelfkennis niet, of zo U wilt dij in onvoldoende mate.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1003