24 OKTOBER 1985 1004 De heer SIMONS Wilt U daarmee zeggen dat U het heel normaal vindt dat de rijks overheid sjoemelt met bedragen over bevolkingsdichtheid, stro mend water enz.? Dat legt U zo naast U neer? Dat accepteert U en U vindt dat dat getuigt van deskundigheid? De heer DE ZWART Met betrekking tot de voorgestelde mogelijke vestigingsplaatsen willen wij het volgende opmerken. In het beleidsvoornemen van de regering ofwel deel A van de P.K.B., wordt heel duidelijk weergegeven dat alle 13 relatief gewogen plaatsen per saldo niet ongeschikt zijn bevonden voor de vestiging van nucleair vermogen. Laat duidelijk zijn dat hier Moerdijk één van deze plaatsen is. Met betrekking tot de eindselectie zijn wij van mening dat Moerdijk vanuit een objectieve planologische beoor deling, wat ons betreft, niet tot de eerste vijf mogelijke ves tigingsplaatsen behoort. In dit kader kunnen wij volledig het gestelde onder punt 2 van het voorgestelde besluit onderschrij ven dat de aanwijzing van Moerdijk niet de meest voor de hand liggende keuze is als definitieve locatie. Oog en oor hebben wij voor ontwikkelingen met betrekking tot het inzicht ter zake de ricicofactoren bij de vestiging van kerncentrales. Een en ander betekent voor de CDA-fractie in concreto dat wanneer mocht blijken dat één van de criteria in de komende tijd van de zijde van de regering een andere waardering met betrekking tot een zogenaamd risico krijgt toebedeeld, wat ons betreft een her ijking casu quo herschikking van de mogelijke vestigingsplaat sen aan de orde dient te komen. To the point vinden wij Uw bena dering met betrekking tot de belasting van het milieu en de voorziene ruimtelijke ontwikkeling van onze gemeente. Terecht wordt door U in dit kader verwezen naar de milieu-effectrappor tage. Wij zijn benieuwd naar nadere gegevens met betrekking tot de betekenis van deze milieu-effect-rapportage op de uiteinde lijk door het parlement te nemen beslissing omtrent de vesti gingsplaats. Wij willen resumerend constateren dat Uw college in het voorstel zodanig tegemoet komt aan onze visie dat wij hieraan onze steun willen verlenen. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT De Tweede Kamer heeft al eerder besloten gebruik te maken en meer gebruik te maken in Nederland van kernenergie. Nu is in de raad het onderwerp ter sprake of de locatie Moerdijk aanvaard baar is. In de commissievergadering van dinsdag jl. hebben eerst vijf personen de commissie toegesproken en daarna heeft de commissie er nog twee en een half uur over gediscussieerd. Ik wil voorstellen om niet de hele discussie te herhalen maar ik wil zelf wel puntsgewijs aan de hand van het collegestuk en kele stukjes naar voren halen. Ik begin met de bevolkingsdicht heid van de cirkel rond de vestigingsplaats, waar wij het nu vanavond over hebben. Deze bevolkingsdichtheid in het uitgangs punt zou gaan om de 20 km-cirkel rond de vestigingsplaats Moer dijk. Dit uitgangspunt dateert van 1975. Dit uitgangspunt is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1004