24 OKTOBER 1985
1007
gaan met de eigen uitgangspunten heeft de regering in tweede in
stantie Moerdijk aan het rijtje van vijf toegevoegd. Zowel op bel
de uitgangspunten van ruimtelijke ordening als op het milieu pre
blijkt dat Moerdijk niet geschikt is. Dat is het ook niet in Jui
tweede instantie. Wat de werkgelegenheid betreft hebben wij een all
hele andere visie dan de VVD-fractieDoor de komst van kern- ke
centrales zal de alternatieve energie-opwekking, zoals warmte- zij
krachtkoppeling en windenergie, in het geding komen. Dit is im- dig
mers een zaak waarbij het Nederlandse bedrijfsleven in de markt aar
opereert, in tegenstelling tot het realiseren van kerncentra- het
les, wat veelal door buitenlandse bedrijven wordt gedaan. Door tre
de komst van kernenergie zullen de eerder genoemde alternatie- des
ven niet meer benut worden en dat zal een tegenslag zijn voor rui
een groot aantal Nederlandse bedrijven. Ik denk dat het erg wei- ges
nig zin heeft de voor- en tegenstanders van de locatie Moerdijk voc
te overtuigen van hun beider argumenten. De P vdA-fractie is gel
van mening dat kernenergie uit oogpunt van energiebeleid onno- der
dig is en zolang het afvalprobleem niet opgelost is onaanvaard- geg
baar. Bovendien kan de groeistadfunctie van Breda door de vesti- den:
ging van kerncentrales op Moerdijk wel eens belemmerd worden. de
De werkgelegenheidsaspecten die erbij gehaald worden zijn onei- men
genlijke argumenten en staat alternatieve energietoepassing ge- gen
woon in de weg. Hoewel de tendens van het voorliggende voorstel tig
feitelijk onze visie onderschrijft, wil of durft het college, gaa
althans de meerderheid, geen nee te zeggen tegen een kerncen- nee
trale op Moerdijk. Hoe serieus moeten wij dat wegen, gezien Uw is.
eigen bezwaren. De P vdA-fractie sluit zich volledig aan bij van
het minderheidsstandpunt van wethouder Rein Welschen en dat ten
heeft niets te maken met het niet serieus genomen worden of pop- dat
penkast. Wij constateren dat er een zakelijk verschil van me- voc
ning is tussen de coalitiepartners en het college onderling. ik
Dat tast, naar onze mening, de collegialiteit onderling niet de
aan. Zakelijke verschillen in een belangrijke zaak als deze die- dij
nen dan ook gerespecteerd te worden door beider zijden. Naar hei
aanleiding van het betoog van mevrouw Van Bergen wil ik haar er
vragen of de beide V.V.D.-wethouders haar visie ook onder- noc
schrijven. mil
Woe
De heer DE BRUIJN we
Het is een ruimtelijke ordeningsprocedure ten aanzien van een dij
discutabel onderwerp. Ik denk dat we dit zo kunnen op
samenvatten. Ook nu is er weer sprake van een discussie waarbij die
de stellingen al lang betrokken zijn. Ik vind dat je die twee lan
stellingen duidelijk naast elkaar kunt zetten. Dat is aan de kun
ene kant de hardheid van de gepresenteerde cijfers accepteren oie
en de te verwachten economische voordelen tegenover de He
onzekerheid in de toekomst, de onrust over het gepresenteerde Wor
en de argwaan ten aanzien van de voordelen. Ik denk dat dat de van
twee kanten zijn. Als we nu kijken waar we hier mee bezig zijn, val
dan moeten we de criteria, zoals die door het rijk gegeven asp
zijn, beoordelen en naast de locatie Moerdijk leggen. We hebben twi
in de commissie al gezegd dat je het breder zou moeten zien. zij
Het gaat om de totale PKB-procedure en niet alleen om mev
Moerdijk. In de commissie hebben we ook geconstateerd dat we er log
zitten voor het Bredase