24 OKTOBER 1985
1009
kunnen we ook heel wat andere werkgelegenheidsaspecten benadruk
ken, bijv. de alternatieve energie. Ik denk ook aan het hele
plan Lievens en dat geeft ook heel wat manjaren werk. Dat kun
nen we dan ook nog doen. Het is maar hoe je het meet. Mevrouw
Van Bergen zegt dat je voor een goede afweging alle zijden moet
belichten. Ik zou dit eigenlijk terug willen spelen naar de
V.V.D. Deze fractie benadrukt alleen de aspecten van werkgele
genheid en energie en dan vraag ik me af, hoe het zit met al
die onzekerheden voor de toekomst. Zijn die er niet? Weten we
precies waar we aan beginnen? Gaan we geen problemen voor de
toekomst verwachten? Wie kan ons zeggen dat dat niet zo is. Als
niemand dat kan zeggen, dan heb je de kans dat we ons hoofd in
een strop steken. Er is een discussie over de noodzakelijkheid
van kernenergie maar anderen tonen aan dat dat niet noodzake
lijk is. Ik weet het niet, want ik ben geen deskundige in deze
maar het is minimaal twijfelachtig. De prijs voor kernenergie
is een apart verhaal waar ik de vorige keer al op ingegaan
ben. Als we de kostprijs voor energie in de ons omliggende lan
den vergelijken, dan is Frankrijk met een uitgebreid subsidie
stelsel het goedkoopst met 10,8%. Het is volstrekt ondenkbaar
dat de garantieprijs van ongeveer 8,1%, hetgeen het ministerie
van economische zaken heeft gesteld, voor iedereen in Nederland
zal gelden. Er is al aangegeven dat dat zal gelden voor de
grootindustrie en dat het extra tekort gedekt zal moeten worden
door de kleinverbruiker, respectievelijk het midden- en kleinbe
drijf met alle gevolgen van dien voor het sociale zekerheids
stelsel en voor de koopkracht. Dan is het plaatje net
andersom. De heer Martens heeft gezegd dat het eerste kabinet
Van Agt op een gegeven moment kwam met een nota met Moerdijk
daarin vermeld. Je zou bijna kunnen zeggen dat als we uit het
tweede kabinet Van Agt hadden gestapt, we nu Moerdijk hier als
voorstel niet hadden gehad.
De heer SIMONS
Op het moment dat de heer De Zwart zijn betoog begint met de op
merking van elkaar overtuigen is een gepasseerd station, bete
kent het dat we hier alleen met stemverklaringen bezig zijn en
al het andere schijnbaar niet zoveel zin meer heeft. Zo nega
tief zal ik het voorlopig nog maar niet zien, alhoewel ik nog
weinig verandering heb gehoord in de standpunten sinds afgelo
pen dinsdag. Als ik kijk naar de manier waarop het college heel
die P.K.B.-procedure aanpakt, dan denk ik dat als er nu één
schoolvoorbeeld is van voorspelbaarheid, het de handelswijze
van het college is. Dat betekent dat men kijkt naar welke crite
ria het rijk gebruikt heeft en waarom ze Moerdijk hebben aange
wezen of bijgeplakt. Vervolgens kijk je die normen nog een keer
tje na, men gaat na of onze rekenmachine net zo goed is als die
van het rijk, gelukkig hadden we misschien hetzelfde merk en
tot slot is Moerdijk acceptabel. Het college maakt dan een paar
kanttekeningen in de zin van:"Hé, de Haringvlietsluizen kunnen
dicht." Het water stroomt dan niet zo hard en dat betekent dat
er koeltorens komen. Het college heeft het zich op deze manier
wel gemakkelijk gemaakt. Het college verwijst voor wat betreft
de milieu-effecten naar een milieu-effectenrapportage, waarbij