24 OKTOBER 1985
1015
die gegolden hebben voor de keuze, juist zijn toegepast. Wij ko
men dan tot de conclusie, en de heer De Zwart zegt dat terecht,
dat Moerdijk daarbij niet de meest voor de hand liggende loca
tiekeuze is. Dat vertellen wij ook in het besluit. Dat neemt
niet weg dat op grond van de verantwoordelijkheid die de rege
ring heeft, Moerdijk wei als één van de mogelijke locatiepiaat-
sen op basis van de 13 geschikte plaatsen in de PKB-procedu
re heeft gebracht. Dat betekent dat wij niet gevraagd worden cm
een oordeel uit te spreken over wat de meest gunstige locatie
is of met andere woorden om een rangorde van 1 t/m 6 aan te ge
ven. Als U mij dat vraagt, dan krijgt Moerdijk in deze rangorde
een 6. Mij wordt gevraagd, en als ik mij zeg dan bedoel ik dege
nen die een oordeel willen uitspreken, om na te gaan of, wan
neer die criteria zijn toegepast, op basis van die criteria te
recht Moerdijk als mogelijke vestigingsplaats aan de orde komt.
De heer MARTENS
Als ik me goed herinner, staat zelfs in Uw preadvies van Uw col
lege dat het rijk zonder meer toegeeft dat financiële risico's
met betrekking tot het Industrie- en Havenschap Moerdijk een be
langrijke rol hebben gespeeld om de locatie Moerdijk van de 12e
plaats ineens naar de 6e plaats te verschuiven. Dus ik denk
toch dat in het achterhoofd van de meerderheid van het college
de financiële problematiek een duidelijke rol speelt.
Wethouder RöMKENS
Ik wijs deze beschuldiging zonder meer van de hand. In het col-
legestuk staat nadrukkelijk dat dit geen aspect is geweest en
ik vind het eigenlijk een onbehoorlijke opmerking.
De heer MARTENS
U luistert niet goed. Ik zeg duidelijk dat het rijk dat opge
voerd heeft.
Wethouder RöMKENS
U zei dat bij de meerderheid van het college de financiële pro
blematiek wel een rol speelt. Wanneer ik stel dat
De heer MARTENS
U hoeft niet zo emotioneel te doen, want in de commissie
Wethouder RöMKENS
U zegt zo maar wat!
De heer MARTENS
Het zijn geen losse flodders. In de commissie Werken is regel
matig gezegd dat als in Moerdijk geen kerncentrales komen, een
en ander catastrofaal voor Breda wordt. Dat heeft de desbetref
fende voorzitter
De VOORZITTER
Is het niet beter, wij hebben iedereen tot mijn vreugde rustig
laten uitpraten, dat we proberen ook de wethouder een consis
tent antwoord te laten geven. Er komt nog een tweede termijn.
ii