24 OKTOBER 1985
De heer CRUL
De wethouder heeft nu al twee keer het woord "onbehoorlijk" ge
bruikt. Daar moet je toch op reageren.
Wethouder RöMKENS
Ik neem dat woord niet terug. In dit voorstel hebben wij gecon
stateerd, als kritische kanttekening, dat het rijk ten onrechte
de financiële positie van Moerdijk aangegrepen heeft om Moer
dijk toe te voegen. Wij hebben ook in dit voorstel geconsta
teerd dat wij bij de afweging de financiële positie van Moer
dijk niet als wegingsfactor in de P.K.B. meenemen. Als dan ge
zegd wordt dat in het achterhoofd van de meerderheid van het
college de financiële positie wel als wegingsfactor heeft gegol
den, dan vind ik dat daarmee geen recht wordt gedaan aan de
zorgvuldigheid waarmee de weging van de criteria heeft plaatsge
vonden. Als ik dat niet meer mag zeggen, dan weet ik niet wat
wij hier met elkaar zitten te doen. De heer De Zwart heeft de
vraag gesteld wanneer de criteria, op grond waarvan wij tot de
ze conclusie komen, wij hebben in de commissie daarover gespro
ken toen het ging over de 3-km-grens met betrekking tot explo-
siegevaarlijke inrichtingen, aanleiding zouden zijn tot een an
dere situatie. Wat betekent het bijvoorbeeld als een 45°-sector
in een een gewogen bevolkingssdichtheid komt van 4500 min 10%,
ofwel 4100? In mijn optiek betekent dit dat wij gezien de consi
stentie die we hebben ten aanzien van de criteriatoepassingde
conclusie voor de hand liggend is. Dan betekent dat op grond
van die criteria Moerdijk niet in aanmerking zou komen respec
tievelijk zou zijn gekomen. Daar wil ik geen enkel misverstand
over laten bestaan. Wanneer aan de criteria die gesteld zijn,
en dat geldt ook voor de milieu-effectrapportage, niet voldaan
is, dan staat in dit voorstel van het besluit dat Moerdijk niet
aanvaardbaar is. Dat betekent concreet dat Moerdijk op grond
van die criteria niet in aanmerking komt voor een vestiging van
een kerncentrale.
De heer DE BRUIJN
Het is mij nog niet duidelijk wat er gebeurt op het moment dat
de regering haar normen bijstelt. Beslist dan het college op
dat moment over de nieuwe aangepaste normen of blijft het colle
ge vasthouden aan de huidige normen?
Wethouder RöMKENS
Op dit ogenblik hebben wij op grond van deze normen in deze
P.K.B.-procedure een oordeel uitgesproken. Wanneer er door ver
schuiving een andere situatie zou ontstaan in een 45°-sector,
dan betekent dat dat op basis van de deze normen het oordeel ne
gatief uitvalt. Ik heb dan, en nu praat ik namens mezelf, geen
boodschap aan een eventuele bijstelling van normen.
De heer SIMONS
Kunt U daar een collegestandpunt van proberen te maken?
1016