24 OKTOBER 1985 1020 mee gemoeid zijn. Wij komen tot de conclusie dat in ieder geval op basis van de voorgelegde berekeningen die getoetst zijn op buitenlandse bureau's, de kostprijs voor energie, opgewekt via kernenergie, lager is dan energie verkregen uit fossiele brandstoffen. Vooralsnog is er voor de meerderheid van het col lege geen aanleiding om daar aan te twijfelen. De heer Simons veronderstelt dat er ook met de MER-rapportage wel weer gesjoe meld zal worden. U weet hoe ik hierover denk. Ik ga er niet van uit dat er gesjoemeld wordt; daar is de zaak te serieus voor. Hij zegt ook dat financiële argumenten bepalend zijn. Ik ontken niet dat financiële argumenten mede factor zijn geweest voor de rijksoverheid om Moerdijk aan de lijst toe te voegen maar bij de beoordeling door het college is die factor buiten beschou wing gebleven. Als je het hebt over de risico's, dan verwijs je naar één van de insprekers, waarvoor ik overigens bijzonder veel respect heb en die op een zeer indringende wijze een bij zondere situatie naar voren bracht. Met name had hij het over het jonge leven en het ongeboren leven in relatie met het stra lingsrisico. Ik moet er aan de andere kant wel op wijzen dat de normen die gelden voor straling bij kerncentrales, en dan ver wijs ik eventjes naar Dodewaard, op 5 liggen, terwijl de werke lijke straling op 0,2 ligt. Dat zijn de toegestane normen vol gens de gezondheidsraad. Sindsdien zijn alle mogelijke voor zorgsmaatregelen bij het functioneren van een kerncentrale geno men om deze normering nog lager te brengen. Bij het minderheids standpunt Noteboom van de gezondheidsraadwordt als criterium het meerderheidsstandpunt genomen. Er is ook een minderheids standpunt dat afwijkt van het meerderheidsstandpunt. Als je uit gaat van het minderheidsstandpunt, dan kom je inderdaad tot een andere conclusie. Hiermee ben ik gekomen aan wat de heer Scharff zegt. Ik ben al ingegaan op de diversiteit van normen die hanteerbaar zijn. Het spijt mij als hij onvoldoende ant woord heeft gekregen in de commissie op zaken die hij van be lang acht. Ik heb aangegeven op grond waarvan er getoetst is. Daar kan ik feitelijk niets aan toevoegen. Hij meent ook dat er gesjoemeld wordt. Als je van dat uitgangspunt uitgaat, dan is er weinig eer te behalen. De heer SCHARFF Het is geen uitgangspunt. Ik heb in de commissie een aantal voorbeelden aangehaald, waaruit blijkt dat er gesjoemeld is. Wethouder RöMKENS Dat is Uw mening. De heer Crul heeft twee opmerkingen gemaakt die me pijn doen. Dat meen ik serieus. Als de heer Crul zegt naar aanleiding van een opmerking van de heer Simons dat er angst bestaat bij bepaalde groepen van de bevolking, dan heb ik gezegd dat ik dat onderken. Bij mij bestaat ook een grote be zorgdheid over het feit dat er bij een groot aantal mensen ge voelens van onrust en angst bestaan. Ook dat is één van de pun ten geweest die bij mij persoonlijk erg zwaar hebben gewogen. Er dreigt een angspsychose te ontstaan omdat er een aantal za ken negatief naar voren wordt gebracht. Tegelijkertijd proberen anderen daartegenover iets positiefs te stellen. Ook probeer je

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1020