p 287. OVERDRACHT VAN HET SCHOOLGEBOUW P.C. HOOFTSTRAAT 7 AAN DE SCHOOLADVIES- EN BEGELEIDINGSDIENST. Mev Akkoord. De der 288. PREADVIES OP EEN AANTAL VERZOEKEN VAN SCHOOLBESTUREN OM ter TOEPASSING VAN HET BEPAALDE IN ARTIKEL 74 VAN DE WET OP haa HET BASISONDERWIJS C.Q. ARTIKEL 183 VAN HET BESLUIT BUI- ove TENGEWOON ONDERWIJS. nog voe Akkoord. te zoa 289. a. OVERDRACHT VAN PERSONEEL, ROERENDE EN ONROERENDE ZAKEN voc AAN DE STICHTING ONDERWIJSBEGELEIDINGSDIENST VOOR BREDA wij E.O.; de b. OPHEFFING VAN DE COMMISSIE SCHOOLADVIES- EN BEGELEI- als DINGSDIENST BREDA; pla c. SLUITEN VAN EEN OVEREENKOMST INZAKE HET VERSTREKKEN VAN dat FINANCIËLE BIJDRAGE AAN DE STICHTING ONDERWIJSBEGELEI- S°e DINGSDIENST VOOR BREDA E.O. dis te De heer GIELEN bij In de raadsvergadering van 30 juni 1985 hebben we als raad be- Jaa sloten om medewerking te verlenen aan de stichting onderwijsbe- voc geleidingsdienst voor Breda en omgeving. In de commissievergade- zaa ringen is er een groot aantal vragen gesteld en die zijn naar dat tevredenheid beantwoord. Toch is nog één vraag blijven liggen, ken nl. kan de stichting alleen maar functioneren wanneer alle be- ban langhebbenden de overeenkomst hebben getekend? Tijdens de verga- den dering bleek dat de gemeente Terheijden nog wat bedenktijd had zie gevraagd en nog niet had getekend. Onze vraag is: heeft de ge meente Terheijden getekend? Mocht dat niet het geval zijn, wat De zijn dan de consequenties met ingang van 1 januari 1986? Daar- Efn naast zijn er bij ons in de fractie tijdens de discussie een eiE paar vragen gebleven. Het gaat om een privaatrechtelijke stich- Sem ting, waaraan we tot 1989 en mogelijk verder onze medewerking mom gaan geven. In de overeenkomst staat in artikel 2 vermeld dat a^s jaarlijks voor 1 mei burgemeester en wethouders van de gemeen- geh ten en het dagelijks bestuur van de onderwijsbegeleidingsdien- een sten met elkaar in overleg treden over het aantal uren voor de ope daaropvolgende jaren. Wat voor invloed heeft de raad eventueel 8ev nog wanneer het aantal uren voor het onderwijs in Breda anders is zou zijn als dat wij in de overeenkomst afgesproken hebben? Wan- hoo neer men de kostenfactor gaat verhogen, heeft datconsequenties dat voor Breda? In artikel 7, punt 3 wordt het volgende gesteld: ove wanneer de rijksbijdrage zou ophouden te bestaan, dan zou alles goe beëindigd worden. Het zou ook kunnen zijn dat de rijksbijdrage nee minder gaat worden. Wat zijn dan de financiële consequenties les voor de stad Breda? ook de den men ric zal I

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1037