21 NOVEMBER 1985
onderwijs binnen deze gemeente. Dat is een afspraak die met het
college van b. en w. van Breda is gemaakt. Dat wil niet zeggen
dat daarmee automatisch alle wensen worden getotaliseerd en ge
honoreerd. Er zal een situatie ontstaan waarin je moet zeggen:
"wat is de optelsom van de wensen, wat zijn onze mogelijkheden
en hoe stem je die op elkaar af". Ik heb in de commissie al toe
gezegd dat wij omstreeks dat tijdstip, wanneer die gegevens be
kend zijn, daarover in de commissies onderwijs en Welzijn II
een gedachtenwisseling moeten hebben. U zou het kunnen zien als
een voorloper op de overeenkomst die gesloten moet worden aan
het eind van het jaar met betrekking tot de te kopen dienstver
lening inzake de o.b.d. van de gemeente Breda. Artikel 7, lid 3
regelt het stoppen van de rijksbijdrage. Wanneer de rijksbij
drage minder wordt, ontstaat er een situatie die anders is dan
het uitgangspunt. Vanuit die nieuwe situatie zullen eventueel
participanten opnieuw met elkaar aan tafel moeten gaan zitten
om zich daarover te beraden. Het gaat er natuurlijk om wat de
echte vermindering van die rijksbijdrage is. Is die substan
tieel of is het een bijstelling in de marge? Daarover kan ik nu
geen uitspraak doen. Op dit moment is het zo dat de voorliggen
de formatieregeling en het takenpakket door het rijk zijn
aanvaard en erkend. Zij dienen ook als grondslag voor de subsi-
diebijdrage. Wanneer het rijk haar uitgangspunten echt substan
tieel gaat wijzigen, komt er natuurlijk een nieuwe situatie
waarin we opnieuw in overleg moeten treden. Mevrouw Rattink
zegt dat er nu een overeenkomst met de raad wordt aangegaan.
Hoe gaat dat nu verder in de toekomst, want we hebben nog niet
eens een begroting. Dat klopt. De begroting is gisteravond vast
gesteld en zal dus nu terstond naar het gemeentebestuur van Bre
da worden toegezonden. Overigens ligt er nog wel een aantal vra
gen onzerzijds. Door het S.A.D. is toegezegd, dat deze zullen
worden beantwoord. Wij hebben nog onvoldoende inzicht hoe de
verschillende tarieven zijn vastgesteld. Met betrekking tot de
situatie 1986 vraag ik nogmaals nadrukkelijk begrip dat we op
dit moment in een soort van overgangssituatie zitten. Feitelijk
is er tussen de o.b.d. in oprichting ofwel de huidige S.A.D.
en het gemeentebestuur vastgesteld dat er voor 1986 geen sub
stantiële wijzigingen komen in het dienstverleningspakket
1985. Dat is het uitgangspunt, waarbij overigens niet is uitge
sloten dat er tussentijds wijzigingen kunnen worden overeengeko
men. Dat is overigens niet alleen voor de gemeente Breda van
toepassing. Dat geldt voor de 20 gemeentes, die van deze dienst
verlening gebruik maken. Voor de situatie 1987 kun je zeggen"
we hebben een nieuwe stichting, die is gepasseerd en functio
neert. In mei 1986 moeten we met betrekking tot het niveau van
dienstverlening nader in overleg met de S.A.D. gaan. Wij stel
len U voor: laat dat aan het college over. Ik zeg U toe dat de
resultaten daarvan in de commissie onderwijs besproken worden,
voordat wij de overeenkomst met de S.A.D., dan O.B.D., in het
najaar gaan sluiten. Is het budget taakstellend? Ja. Het is
volstrekt duidelijk dat we nu een heel andere situatie krijgen
als met de bestaande S.A.D., een tak van dienst van de gemeente
Breda. Zo dadelijk krijgen wij een subsidierelatie met een
stichting. De hoogte van de vast te stellen subsidie gebeurt
10M0