21 JANUARI 1985 104 van het milieu, maar we hebben afgesproken dat wethouder Sand- berg dat in het kader van economische zaken behandeld. We zul- cc len over de prognose stadsverwarming, laten we dat hele blok hc bij elkaar nemen, praten op de laatste commissievergadering van bc januari. U heeft op dit moment de prognose al enige tijd in t< huis. U krijgt nog een gecombineerd advies van de afdelingen ir financiën en het energie- en waterbedrijf, wat dit jaar gelijk- hc luidend is. Dus dat is meegenomen. Op de tweede plaats krijgt U wc nog een preadvies terzake. Het energie- en waterbedrijf streeft mc in alle opzichten naar gebruikersgerichtheid, maar ook dat zal ee een pad zijn wat we inslaan maar niet eindig is. Ook in de orga- sc nisatie zullen wij aan elkaar laten zien, dat het energie- en h waterbedrijf dat metterdaad probeert de praktiseren. De notitie sc daarover komt in de richting van het organisatieplatform. Men t: zou kunnen zeggen: het energie- en waterbedrijf is a. een be- gc drijf, b. winstgevend, c. dat betekent per definitie dat het g, niet efficiënt is. Niets is minder waar en wel om drie rede- m: nen. Een bedrijf is per definitie efficiënt. Ik weet dat deze mc directie en deze medewerkers die efficiency metterdaad in uiter- r< ste zin betrachten. Op de derde plaats ontgaat de h.u.g. de il rendabele bedrijven niet en door de schroef van de h.u.g. b< proberen wij en weten wij dat dat bij het energie- en Lc waterbedrijf ook als zodanig beleefd wordt. De winstuitkering W< van het energie- en waterbedrijf is eigenlijk, in het kader van sc de woonlasten, een perfide zaak. Mag ik eerlijk zeggen dat mij tc die winstuitkering een worst zal zijn. Als U het dan maar met 1; me eens bent, dat we even h.u.g. 4 met elkaar doen en zeggen: ei We zullen nog 10 miljoen in ons uitgavenpatroon moeten terug- mc draaien. Die uitdaging durf ik best met U aan, maar dan moeten ei we het wel doen. Het is geen kwestie van aan één kant winst e: doorstrepen en aan de andere kant niets doen. U verdeelt in Uw k< besluitvorming de 10 miljoen winstuitkering van het energie- en bc waterbedrijf over de noodzakelijke prioriteiten van ons gemeen- ti telijk handelen. De discussie over de openbare verlichting en d< de veiligheid van de burgers is wel eens tegenstrijdig. Toch is s< het een partieel probleem bij het maken van bestemmingsplannen hi in overleg met alle functies. Daar waar we vroeger dachten van 1; laten we nu eindelijk eens een fietspad aanleggen wat nou eens g, een keer niet kaal en nakend door het land loopt maar lekker mi door de bossages, ontdekken we nu bij de realisering problemen gi met de openbare veiligheid. Ik denk dat dat maar één punt is o: van het omgaan met bestemmingsplannen. Het inbrengen in bestem- ki mingsplannen van maatschappelijke waarden die wellicht, in vroe- s. gere tijden, niet zo nadrukkelijk waren. Eén van die voorbeeld- o en is de openbare verlichting, waarbij het niet gaat over het m feit of er in het kader van de h.u.g. wat lantaarnpaaltjes uit- z gedraaid worden, maar de vraag dat of we, in het kader van het e beter omgaan met centen, wellicht in de toekomst ook zeggen: in e nieuwe bestemmingsplannen minder lantaarnpalen. Dat is een pro- o ces van gewenning. Het enige wat m.b.t. de discussie over open- d, bare verlichting en openbare veiligheid kan gelden, is de af- v spraak die gemaakt is, tussen de commissaris van politie en de directeur van het energie- en waterbedrijf. Als we de ontwikke lingen rond die situatie volgen, kunnen er signalen naar het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 104