21 NOVEMBER 1985 1047 niet wat daar de oorzaak van is. We zouden het volgende erover willen zeggen. Het standpunt van de P.v.d.A. is in deze zaak al tijd duidelijk geweest. Dat is een half jaar geleden geweest en dat is nu nog zo. In de tijd dat van de Bredase burgers veel ge vraagd wordt, is het alleen psychologisch al onjuist om met een dergelijk voorstel te komen. Tienduizend mensen moeten per maand van dit bedrag leven. Ik zou dan ook willen zeggen dat de P.v.d.A. het voorstel onverantwoord en ongelooflijk vindt. Wethouder SANDBERG Onze excuses dat er iets mis gegaan is met de brief van het F.N.V. Als het college dat besluit, mag zij er ook bijna vanuit gaan, dat dat automatisch zo gebeurt, maar dat is kennelijk niet geschied. We zullen alsnog zorgdragen dat U daar officieel kennis van kunt nemen. Vervolgens geeft de gemaakte opmerking van de heer Martens weinig reden om van deze zijde te reageren. De standpunten zijn bekend. Akkoord, met de aantekening dat de aanwezige leden van de P.v.d.A. geacht willen worden te hebben tegensterad tegen de 128e begrotingswijziging. 303-AANPASSING VAN EEN AANTAL BELASTINGTARIEVEN AAN DE TE VERWACHTEN ALGEMENE PRIJSSTIJGING VOOR HET JAAR 1986. 304. WIJZIGING VAN DE VERORDENING REINIGINGSRECHTEN 1984 IN VER BAND MET DE VERHOGING VAN DE TARIEVEN HUISVUILDIENST EN BEDRIJFSVUILDIENST De VOORZITTER We hebben besloten deze agendapunten gezamenlijk te behandelen. De heer VAN DEN WIJNGAARD U behandelt in dit preadvies een zevental aanpassingen. De ene opbrengst is duidelijk hoger dan de andere. Laten we beginnen met de hoofdmoot. De o.g.b. is goed voor ruim f 26 miljoen. Op 23 mei jl. bij de behandeling van de Kadernota 1986 hebben wij reeds een besluit genomen over verhoging van percentages. Over dat genomen besluit was de raad gefrustreerd. Doch door de ver schillende detailszienswijzes per fractie haalde geen enkele mo tie hierin de meerderheid. Het college erkende deze frustratie en handelde hierop corrigerend. Ik citeer nu Uw preadvies. Onze keuze tot een verhoging van 2,6% is in belangrijke mate bepaald tegen de achtergrond van de bij de behandeling van de Kadernota 1986 door Uw raad gevoerde discussie. Het is nog maar tien jaar geleden dat locaal besturen, bij sommige onderwerpen, een soort van belangenbehartiging was voor de kiezers. Thans is het dit geworden en wordt het ook gedaan als een belangenafweging voor alle plaatselijke ingezetenen, waarbij terughoudendheid geboden is in het kader van de grote woonlastenproblematiek aangaande de o.g.b. Uw college heeft een nadere, naar ik hoop, definitie ve keuze gedaan. De verhoging is gelukkig minder royaal als in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1047