21 JANUARI 1985
106
notitie. De legesheffing ten behoeve van de rijksoverheid kan
niet. De besluitvorming van de raad van Zaanstad wordt niet
goedgekeurd. Jammer, mijnheer Simons, omdat zo'n beslissing in
strijd is met de wet en het algemeen belang. Het spijt me zo
ontzettend dat de heer Hendricks er niet is, want zo'n beslis
sing is zelfs een vorm van medebewind, waarvan door het rijk
verondersteld wordt dat de kosten voor dat medebewind zijn be
grepen in de uitkering van het gemeentefonds. De resultaten van
de rekening 1984 worden verwerkt in de kadernota. Wat betekent
dit voor de door U ingediende moties. Ik heb nr. 10 in mijn por
tefeuille. Ik probeer zaken te doen met met D'66 die die motie
nog even bij de buurman moet bekijken. Dat is een motie van U
over het budgetrecht. Het standpunt van het college is, dat er
niemand kan zijn die tegen deze motie zou kunnen stemmen, omdat
de raad nooit tegen zijn eigen bevoegdheden kan stemmen. Alleen
een dringend verzoek van het college. Als we de motie zo overne
men, heeft U er geen bal aan. Wij zijn graag bereid, om de ge
dachte van de motie overnemend, op de meest korte termijn met
een werknotitie te komen hoe we het systeem van het mededelen
van kredietoverschrijdingen aan U en het mededeling doen van
machtigingen als verleend aan U, door kunnen geven op een ma
nier dat de bedoelingen van de motie worden waargemaakt. Wij
zeggen toe dat we de motie in essentie uitvoeren, maar aan de
hand van een notitie die voor U bespreekbaar is, waarin U kunt
zeggen: Zo had ik het gehad willen hebben. Over motie nr. 11,
de baatbelasting, heb ik gezegd: Als U hem terugneemt, krijgt U
de notitie omdat we anders tegen de motie moeten stemmen, omdat
we het helemaal niet eens zijn met de considerans en het hele
verhaal erbij. De notitie over de baatbelasting ligt klaar en
het is geen enkel probleem voor het college om die met U door
te nemen. De motie nr. 12 over de legesheffing voor zaken te
leveren aan de rijksoverheid is voor ons onaanvaardbaar op
grond van motieven die ik genoemd heb. Motie nr. 17 gaat over
erfpacht. Daar heb ik van gezegd dat wij dat deze vier jaar
niet doen. Wij willen U dus graag voorstellen deze motie af te
wijzen. Over motie nr. 20 ben ik begonnen. Namens het college
zou ik daarvan willen zeggen aan de raad dat deze motie voor
ons onaanvaardbaar is. Tot slot heb ik nog twee opmerkingen. Er
is gezegd: Is het niet moeilijk en te veel een combinatie van
milieu en financiën in deze portefeuille? De tweede opmerking:
Moet centrale planning niet naar de burgemeester? Exact binnen
de tijd zeg ik dat ik gouden tijden tegemoet ga.
Wethouder SANDBERG
Uiteraard is door alle fracties in verschillende toonaarden ge
sproken over de werkgelegenheids- en werkloosheidssituatie in
het algemeen en over die van Breda in het bijzonder. Op die ver
schillen in toonaarden kom ik straks nog terug. Mevrouw Van
Rooij en haar fractie stelt dat pogingen moeten worden aange
wend om bedrijvigheid naar Breda te halen en de belangen van de
detailhandel in het vizier te houden. De heer Taks spreekt in
dezelfde lijn. Hij legt in zijn betoog een nader accent op de