21 NOVEMBER 1985
De heer DE ZWART
Ik denk dat op z'n minst aanleiding is om na de pauze terug te
komen op datgene wat net gesteld is.
Wethouder RöMKENS
Waardoor het komt, weet ik niet. Ik sluit niet uit, dat ik de
veroorzaker ben. Over die motie van de P.v.d.A. heb ik duide
lijk gezegd: veertien dagen geleden is die zaak aan de orde ge
steld. In een brede context heb ik gezegd na te zullen gaan wat
daarvan operationeel gemaakt kon worden. Ik ben concreet bezig
met een inventarisatie. Als die inventarisatie klaar is, kan na
gegaan worden of er überhaupt een onderzoek, als hier bedoeld
is, uitgedestilleerd kan worden of dat er een doelgerichte pro
bleemstelling geformuleerd kan worden. Die inventarisatie wil
ik in de commissie bespreken en dan pas wil ik een uitspraak of
een onderzoek doen. Ik kan me nu niet binden aan een onderzoek,
waarvan ik niet weet of ik op grond van de inventarisatie dat
onderzoek ook waar kan maken. Dat heb ik gezegd. Ik heb toch be
hoefte om deze toelichting nog een keer te geven.
PAUZE
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER
Wil iemand nog een stemverklaring afleggen over amendement
nr.2, dat hoort bij voorstel 303?
De heer BOKKELKAMP
Wij kunnen ons niet verenigen met dit amendement.
De heer DE HOOGH
Ik denk dat de voorzitter zich vergist. Het zou logisch zijn
dat de behandeling van het amendement dat bij voorstel 304
hoort, vooraf gaat aan de behandeling van het amendement dat
bij voorstel 303 hoort. Verder hebben we nog een verklaring
tegoed van de V.V.D.-fractie met betrekking tot onze motie.
De VOORZITTER
Ik stel aan de orde het amendement nummer 1dat hoort bij voor
stel nr. 304. Indien dit amendement verworpen wordt, valt er
een gat.
De heer DE HOOGH
Dat is exact het ordeprobleem. Wij willen geen gaten schieten.
Wij geven in het amendement behorend bij nr. 304, reinigings
rechten, een gat en een dekking aan. In feite is het tweede
araendement een formele aanpassing onder 303» We hebben toch nog
tegoed een verklaring of het standpunt van de V.V.D. over de
door ons ingediende motie inzake maatschappelijke effecten van
het risico
De VOORZITTER
Dat komt daarna. Eerst de amendementen en dan de verordening.
1066