21 JANUARI 1985
107
betekenis van het midden en klein bedrijf en de daaraan verbon
den werkgelegenheid en brengt dat ook in verband met de reorga
nisatie van de sector werken en de huidige versnippering van ta
ken over de verschillende afdelingen en diensten. De P.v.d.A.,
bij monde van de heer Martens, brengt een aantal aandachtspun
ten in met betrekking tot de woonfunctie in de binnenstad, de
startende bedrijfjes in de stadsvernieuwingsgebieden en de hoge
prioriteit die gegeven moet worden aan het aantrekken van be
drijven en kantoren om niet in de woorden van de heer Scharff
te spreken, tot in lengte van jaren in pleisterplakkerij te ver
vallen. Een aantal fracties stellen vragen over de B.O.M. Is
dat nu het slagvaardig provinciale instrument. Is dat nu de be
hoeder van de innovatiebevordering in onze provincie. De
P.P.R. spreekt overigens in een bredere context over de omvang
van om- en herscholingsmaatregelen en de nauwelijks bij te hou
den subsidiestromen en pleit voor een herwaardering van het be
grip arbeid en kleinschalige werkgelegenheid. De fractie P/C
komt enerzijds met een driesporenbeleid ten aanzien van de
structurele en samenhangende aanpak en anderzijds pleit die
fractie voor oplossingen buiten het thans geldende systeem van
arbeid en economie. Tot slot spreken alle fracties nagenoeg hun
grote en terechte bezorgdheid uit over de problematiek van het
I.H.M., waarbij door een aantal fracties de aversie tegen een
kerncentrale hoog wordt opgevoerd en in sommige gevallen een re
latie wordt gelegd tussen deze mogelijke vestiging en de finan
ciële problematiek van het schap. Het veelkleurig pallet over
datgene wat naar voren is gebracht betreffende de sector werken
en het samendelen voor wat betreft de tijd is geen alleenrecht
van het C.D.A. Ook collega Van Asseldonk is mij enigermate tege
moet gekomen om op al die vragen een zo goed mogelijk antwoord
te geven. In zijn algemeenheid ten aanzien van de werkgelegen
heid- en werkloosheidsituatie zou ik het navolgende willen zeg
gen. Lange tijd heeft er een onheilszwangere sfeer geheerst in
het land, zowel in de stad Breda als in de regio. Voorspellin
gen dat het in 1985 wel eens kan komen tot één en een kwart mil
joen werklozen, liggen weliswaar nog vers in ons geheugen, maar
worden gelukkig niet bewaarheid. De algemene beschouwingen in
de raad werden jl. donderdag nog uitgesproken tegen de achter
grond van de berichtgeving in De Stem van diezelfde donderdag
dat de werkloosheidscijfers in onze provincie weer iets waren
opgelopen. Ik kan dan weer antwoorden, jl. zaterdag heeft U het
in de krant kunnen lezen, dat de arbeidsmarkt zich in Breda
langzaam aan het herstellen is. Tegen de algemene trend in ziet
U, en ook na eliminering van allerlei administratieve mutaties,
dat de werkloosheid van mannen en vrouwen in onze stad
afneemt. Ik zeg er meteen bij dat het uiteraard geen aantallen
zijn om van ondersteboven te raken, maar vorig jaar was er nog
steeds sprake van een maandelijkse stijging. In het bijzonder
neemt de groep werklozen van jeugdige leeftijd in aantal het
meest af en het aantal ingeschreven werkloze schoolverlaters
ligt duidelijk onder het niveau van 1983. Alhoewel natuurlijk
het aantal werklozen in onze stad nog steeds schrikbarend hoog
is, hetgeen het college ook hele grote zorgen baart, moet ook
deze positieve trend genoemd worden. De gemiddelde werkloosheid