F 12 DECEMBER 1985 1093 de dat men het eigenlijk oneens is met de aanpak van het college, want De heer BERKHOUT Wanneer heeft U dat gehoord, mijnheer Crul? Mag ik dat even we ten? Heb ik iets negatiefs over de aanpak van dit college gezegd? De heer CRUL Nee, maar uit de ondertoon van U opmerking bleek, dat het college meer met de harde hand op had moeten treden. De heer BERKHOUT Dat is nergens gezegd en dat wil ik graag genotuleerd hebben. De heer CRUL Ik zeg ook: de ondertoon van Uw betoog ging in die richting. Het zou een hele slechte zaak zijn als dat in het verdere verloop van de kwestie zou worden gehanteerd. Dat heeft met de zaak van de commissievergadering en de legitimiteit van de acties te maken. De veroordeling van de acties, hoewel die wat afgezwakt is in de loop van de discussie, lijkt ons niet juist, gezien alles wat er aan voorafgegaan is en dat er alle reden was om de puntjes nu eens op de "i" te zetten. Wij vinden dat het college in ieder ge val de plicht heeft om, wat de verhoudingen betreft die daardoor geleden hebben, in eerste instantie de basis te leggen om die ver houdingen weer normaal te doen zijn. Welke aanpak stelt U daar voor voor? Wij vinden dat het college als dagelijks bestuur van de stad daar in ieder geval de voorzet voor moet geven. Wat gaat U doen met de rest van de knelpunten en hoe denkt U die aan te pakken? De VOORZITTER Ik denk dat het verstandig is dat de wethouder voor personeels zaken en financiën begint. Dit voorstel gaat vooral over de rechtspositionele aspecten, de arbeidsvoorwaarden en de finan ciële consequenties. Als er een paar punten van algemene aard blijven liggen wil ik, als dat nodig is, daar nog even op ingaan. Wethouder RöMKENS Het is een beetje moeilijk als je met twee portefeuillehouders de vragen moet gaan beantwoorden. Ik zal proberen van Uw terrein af te blijven, maar het loopt af en toe door elkaar heen. In de richting van de heer De Zwart, zou ik het volgende willen opmer ken. Ook het college baart de situatie, voor wat betreft de onder linge verhouding, grote zorgen. Dat is een zaak die nadrukkelijk, ook binnen het college, aan de orde is geweest en nog steeds is. Daarbij hebben wij, juist tegen de achtergrond van een optimale normalisering van de verhoudingen na afloop van de acties, ais college gesteld: laten we in ieder geval de ondersteuning via de personeelsfunctionaris alsmede de volledige inzet van de maat schappelijk werkfunctionarissamen 60 uur, volledig inzetten om, wanneer zich spanningen voordoen of wanneer bemiddelend zou moe ten worden opgetreden, deskundige ondersteuning achter de hand te hebben. Van de andere kant moet ik zeggen dat uit de gesprekken,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1093