21 JANUARI 1985
109
verbetering van de woonomgeving, terwijl er natuurlijk in som
mige gebieden ook sprake is van verouderde inrichting van werk
terreinen en dat met name dan voor kleine bedrijven. De regelin
gen die daarvoor bestaan, lopen ver achter bij bijvoorbeeld die
van de woningverbetering. De bedrijfsverplaatsingen en de herin
richting van de werkterreinen blijven daardoor ook ver buiten
de directe aandacht. De afdeling economische zaken heeft daar
eigenlijk onvoldoende tools voor in handen en collega Welschen
en ondergetekende zijn in gesprek, om voor juist die stadsver
nieuwingsgebieden waar dit nu duidelijk speelt, te bekijken hoe
we die specifieke aandacht en kennis kunnen incorporeren in het
team van medewerkers wat die stadsvernieuwing begeleidt. Het
hoeven dus niet per definitie altijd medewerkers van de afde
ling economische zaken te zijn. Dat brengt mij op vragen van de
heren Taks en Martens die verband houden met de organisatie van
het ambtelijk apparaat, voor zover dat uiteraard de sector wer
ken aangaat, en in alle bescheidenheid omdat dat meerdere in
valshoeken heeft en daarmee ook meerdere bestuurlijke verant
woordelijkheden. Wanneer het college, en straks ook Uw raad, op
aanbeveling van de projectgroep werken en het adviesbureau Boer
en Kroon besluit tot reorganisatie van deze beleidssector, dan
zal daarin juist de coördinatie van die functies grote aandacht
moeten krijgen. Eventueel zal de dienst werken naast haar speci
fiek eigen taken in belangrijke mate een coördinerende dienst
moeten zijn, juist naar die sectoren waar zoveel instrumenten
aanwezig zijn in de voorwaarde scheppende en ruimtelijke
sfeer. Vooruitlopend op die reorganisatie heeft het college wel
het voornemen om met name ten behoeve van de detailhandel en
het midden en klein bedrijf uiteraard, tijdelijk een voorzie
ning te treffen in de vorm van één tijdelijke uitbreiding bij
de afdeling economische zaken. Hierdoor kunnen in ieder geval
aanzetten gegeven worden voor de uitwerking van het beleidsplan
perifere detailhandel. Ook kunnen ongewenste detailhandelsacti
viteiten op het industrieterrein aangepakt worden en activitei
ten gestimuleerd worden op een aantal bedreigde punten, zoals
bijvoorbeeld, en ik noem U dat maar omdat dat recent ook in het
nieuws is geweest, het Brabantplein waar zich gelukkig een
zichtbaar perspectief aan het ontwikkelen is. Afrondend voor
wat deze aspecten betreft. Het rijk heeft een aantal kaders ge
schapen en financiën ter beschikking gesteld voor bijvoorbeeld
een welzijnsplanonderwijsplan, stadsvernieuwingsplan, ruimte
lijke ordeningsplannen. Hierdoor krijgt eigenlijk die locale
verantwoordelijkheid gestalte en wordt die locale verantwoorde
lijkheid ook mede gestimuleerd. Het ontbreekt helaas op dit mo
ment nog aan een wettelijk daarmee gelijkwaardig arbeidsmarkt
plan, waaruit blijkt hoe de vraag-en aanbodzijde zich tot el
kaar verhouden en welke voorzieningen dienen te worden getrof
fen om die verhouding te optimaliseren. Dat heeft eigenlijk op
haar beurt weer twee gevolgen. In de eerste plaats de door de
heer Scharff en door een aantal anderen bij herhaling uitgespro
ken verwarring rondom allerlei subsidiestromen die op ons afko
men en elkaar beconcurrerende en soms zelfs afbreuk doende voor
waarden en uitvoeringsmaatregelen. Helaas moet ik constateren