f
12 DECEMBER 1985
1 107
Breda er alles aan zal doen om het landelijk tarief te beïnvloe
den, in de zin van een snelle ingebruikstelling van de verbrui-
kersraad. Dat zal daarbij een voorwaarde zijn. In een verbrui-
kersraad zullen uitdrukkelijk de consumenten en met name de
kleinverbruikers vertegenwoordigd zijn. Er moet alles aan ge
daan worden om het rendement ook landelijk veranderd te krij
gen. Over het punt van de terugbetaling het volgende. In de com
missie hebben wij gevraagd of dat in 1985 nog te realiseren zou
zijn. Er is gezegd dat dat moeilijk zou zijn,maar dat het zo
snel mogelijk zou gebeuren. Wij hebben ons daar bij
neergelegd. Wij hebben ook niet anders verwacht dan dat het zo
snel mogelijk zou gaan gebeuren. Ik moet zeggen dat ik die ene
maand, waar het C.D.A. nu om vraagt, enigszins overbodig vind.
Gezien de evaluatie over vijf jaar is het terecht dat het Enwa
in de brief stelt, dat men helemaal niet van plan is om zich
bij die vijf jaar neer te leggen, maar zo snel als mogelijk
is. Als het aan het S.O.S. en aan een eventuele verbruikersraad
ligt, zal de evaluatie het liefst volgend jaar al moeten plaats
vinden om het rendement bij te stellen.
De heer SCHARFF
De heer Hendricks heeft al gezegd dat het een moeilijk inschat-
bare zaak is. Het is allemaal erg technisch. Ik ben heel erg
blij, dat een instelling zoals het S.O.S. die zaak goed op een
rij heeft. Ik kan dat zelf niet en moet blindvaren op de gege
vens van het Enwa als van het S.O.S. Als de heer Berkhout zegt
dat de verschillen uiteindelijk marginaal zijn, hangt dat maar
net af vanuit welke portemonnaie je redeneert. Naar mijn mening
zijn er nog enige verschillen. Ik zou aan de wethouder willen
vragen of de mogelijkheid bestaat om alsnog, zelfs als deze
voorstellen worden aangenomen, toch op korte termijn te kijken
of een kleine nadere bijstelling mogelijk zou zijn, gezien de
resterende verschillen. Wat de rendementen betreft zal dat
wellicht moeilijk zijn, maar het andere verschilpunt zou tot
een nadere overeenkomst kunnen leiden.
Wethouder SANDBERG
Het Bredase stadsverwarmingstarief is relatief gezien, althans
als je kijkt en vergelijkt met andere plaatsen, tamelijk uniek
te noemen. Daarmee moeten we als algemeen uitgangspunt begin
nen. Meerdere sprekers hebben dat onderschreven in hun betoog.
In de eerste plaats omdat het relatief gezien laag is voor ver
bruikers en in gunstige zin voor het Vestin adviestarief. Op de
tweede plaats omdat men in de specifieke situatie van Breda vol
ledig geïnteresseerd is. Door Neon en indirect door economische
zaken is het geautoriseerd. Een derde kenmerk is de kwalitatief
hoge inbreng van de verbruikers in de vorm van het voormalige
A.C.V., thans het S.O.S. Zij hebben heel nadrukkelijk invloed
gehad op het lage niveau waarop wij ons thans bevinden. Het
voorliggende raadsstuk moet als sluitstuk gezien worden van een
door mij bijzonder gewaardeerde en nogmaals als bijzonder hoog
staand gekwalificeerde inbreng van deze dialoog. Op de vragen,
die zich voornamelijk toespitsen op een tweetal zaken, wil ik
I