12 DECEMBER 1985
1110
tussen waar je je naar richt en wat er nu is. Ik kan wel mee
gaan met het feit dat U zegt: we wachten op de landelijke eva
luatie. Ik denk wel dat het toch goed is dat we vanavond uit
spreken dat we ons niet nu weer vastleggen op die landelijke
evaluatie. In die tijd zullen we er alles aan moeten doen om
landelijk te proberen dat rendement veranderd te krijgen. Bij
die evaluatie zuilen we ons opnieuw moeten beraden of Breda
zich weer richt naar het landelijk rendementspercentage of dat
we zeggen: wat doen we wel en wat doen we niet.
Wethouder SANDBERG
Mevrouw Rattink en ik liggen helemaal niet zo ver uit elkaar.
Ik vind het levensgevaarlijk of althans zeer ongewenst om nu al
op voorhand stellingen te trekken uit een uitkomst van een
evaluatie die nog opgestart moet gaan worden. We moeten met
gezond verstand en met de verbruikersraad die dan functioneert,
kijken wat de uitkomsten zijn van de evaluatie en wat wij ermee
kunnen doen. Wat ik in de richting van de heer Van den Wijn
gaard heb gezegd, is dat we nu reeds onze invloed aanwenden, om
de evaluatie landelijk op gang te brengen. Natuurlijk speelt
dan heel nadrukkelijk in het achterhoofd waarom de standpuntbe
paling van Breda in de jaarvergadering van Vestin, aan de orde
is geweest. Duidelijk is op welke wijze wij de evaluatie in
gang willen zetten en hoe we dat mogelijkerwijs kunnen beïnvloe
den
De heer HENDRICKS
Ik moet inderdaad met U eens zijn dat geconstateerd kan worden
dat uiteindelijk het C.D.A. toch wel een gezagscentraal volkje
is en blijft.
De VOORZITTER
Dan begrijpt U niet wat een gezond verstand inhoudt. Ik sluit
de discussie. Als eerste komt het amendement van de P.S.P.-frac
tie aan de orde.
De heer DE ZWART
Mag ik een halve minuut om naar het amendement te kijken? We
gaan de zaal niet uit, maar we willen het even bekijken.
De VOORZITTER
De vergadering wordt even geschorst.
SCHORSING
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER
Het is, hoop ik, bij alle leden volstrekt duidelijk dat het
enige wat op deze pagina wijzigt, artikel 58 i. Nu staat onder
a. bij eengezinswoningen: 78,3^%. De PSP-fractie stelt bij
amendement voor om daar 79,76% van te maken. Het zal duidelijk
zijn dat het college voorstelt dit amendement af te wijzen. Is