12 DECEMBER 1985
1113
329. JAARREKENING 1983 EN DE DAARBIJ BEHORENDE BEGROTINGSWIJZI
GINGEN VAN HET INDUSTRIE- EN HAVENSCHAP MOERDIJK.
De heer SCHARFF
Al enige jaren lopen de meningen tussen mij en het college uit
een over de toekomst van het I.H.M. Ik heb voorgaande keren te
gen zowel de begrotingen als de jaarrekeningen gestemd. Ik zal
dat ook dit jaar doen, versterkt door het gegeven dat ik het on
eens ben met de opstelling van het I.H.M. inzake de kerncentra
le Moerdijk.
De heer CRUL
Evenals voor de rekeningen 1982 stemmen wij tegen dit
voorstel. Wij zijn het eens met de opstelling van het
verificatiebureau, dat hier een foutieve voorstelling van zaken
wordt gegeven.
Akkoord, met de aantekening dat de aanwezige leden van de
P.S.P., P.P.R. en P/C geacht willen worden te hebben tegenge
stemd
330. BEGROTING 1986 ALSMEDE DE 1E EN 2E WIJZIGING DAAROP VAN
HET INDUSTRIE- EN HAVENSCHAP MOERDIJK.
Akkoord, met de aantekening dat de aanwezige leden van de
P.S.P., P.P.R. en P/C geacht willen worden te hebben tegenge
stemd
331. AANKOOP VAN DE HAVENGARAGE INCLUSIEF OPSTALLEN, HET VERWIJ
DEREN VAN DE OPSTALLEN, HET DOEN VAN AANPASSINGEN AAN EN
HET IN EXPLOITATIE NEMEN VAN DE PARKEERGARAGE EN HET VOTE
REN VAN HET HIERVOOR BENODIGDE KREDIET VAN F 2.150.000,--.
De heer SIMONS
In het voorstel zit wat ons betreft maar één positief punt en
dat is het feit dat het onroerend goed in handen zou komen van
de gemeente en dat het tankstation zal verdwijnen. Er zitten
nog al wat vraagtekens. Het financieel plaatje waarop het voor
stel is gebaseerd, is uiterst vaag en gebaseerd op oncontroleer
bare veronderstellingen. Een lijn met de ontwikkelingen uit het
verleden om de positieve vooruitgang die hier geschetst wordt
te staven, is niet aanwezig. Wat ook ontbreekt, zijn de even
tuele toekomstige kosten voor de uitkoop van de broodjeszaak
die er bovenop staat. Die zal feitelijk geheel of gedeeltelijk
in de exploitatie meegenomen moeten worden. Wij hebben dan ook
geen vertrouwen in de ontwikkelingen. Wij zijn ervan overtuigd,
dat we in ieder geval een risico aangaan door op deze manier
aan de slag te gaan. Daar komt nog bij, dat het voorstel op
zich in strijd is met onze visie op parkeerbeleid. Wij bekijken
het totale parkeerbeleid in Breda en het daarin handhaven van
deze functie, gekoppeld aan de uitbreiding van het aantal par
keergarages in de binnenstad. Wij zijn het niet eens met de re
latie tot het terugdringen van het autoverkeer en het stimule
ren van openbaar vervoer en fietsverkeer richting binnenstad.