21 JANUARI 1985
112
Br.I.M. nagenoeg onmogelijk geworden: Het participiëren in fi
nanciële zin. Alle overige activiteiten van de Br.I.M. zoals
advisering, begeleiding, de loketfunctie die vervuld wordt, de
aquisitie en de grondverkoop vinden uiteraard normaal
doorgang. Dat wil overigens niet zeggen dat we niet
ongelooflijk zwaar tillen aan het ontbreken van de mogelijkheid
om financieel iets te doen. In het verleden is maar al te vaak
gebleken dat een financieel impuls in de vorm van een hypotheek
of een lening vaak de doorslag kan geven bij het ontwikkelen
van bedrijvigheid. Daarin worden we nu belemmerd. Tot slot het
I.H.M. Op 12 oktober heeft het college gezegd dat zij bereid
is, onder een aantal condities, naar de raad toe te gaan. U
kent die voorwaarden: dat de gemeenschappelijke regeling ont
bonden zou worden, dat er een nieuwe structuur zou komen waarin
het rijk zou participiëren en dat de Shelltekorten door het
rijk zouden worden afgedekt. Dat is allemaal bij de commissies
bekend in het kader van onze permanente afspraken, de raad op
de hoogte te houden van de ontwikkelingen. Vorige week is de
stilte die sedert 12 oktober had geheerst, verbroken. De beide
staatssecretarissen hebben ons uitgenodigd voor een gesprek aan
de hand van een notitie. Die notitie heeft het college ogenblik
kelijk ook ter kennis gebracht aan de commissie werken. De noti
tie geeft eigenlijk een veelheid van onopgeloste vragen en van
middag heeft een deputatie onder leiding van de voorzitter van
het I.H.M. en de commissaris van de Koningin dat onderhoud ge
had. Natuurlijk zullen de burgemeester en ondergetekende die
daarbij waren, zo snel mogelijk verslag uitbrengen aan het col
lege. Het voorstel zal daarbij zijn om in ieder geval de commis
sie werken zo snel mogelijk te informeren middels eventueel een
extra bijeenkomst. Ik kan, slechts op indringende uitnodiging
van U over dat gesprek van vanmiddag, een hele korte en summie
re kennisschets geven. Wij hebben ook nog geen kans gezien om
iets daarvan op papier te zetten. Wij zijn er vanmorgen om
II.30 uur mee begonnen en wij keerden vanavond om 18.55 uur in
dit huis terug met een lege maag. Wel kan ik U zeggen dat de
algemene indruk die ik heb gekregen, en ik denk dat ik dan op
geen enkele wijze afwijk van de eerste indruk van de burgemees
ter, toch weinig bemoedigend is: Het rijk weigert om te parti
cipiëren. Eigenlijk kan je ook zeggen dat er vanmiddag toch ook
weer in heel geringe mate sprake is geweest van overleg. Wij
hebben eigenlijk een nadere toelichting gekregen en dat de bij
drage, zoals die in de notitie staat, voor het rijk een abso
luut maximum is. Het gemorrel daaraan is natuurlijk gaande maar
of we daar ruimte in krijgen is nog maar zeer de vraag. Het ter
rein zou dan moeten worden teruggebracht tot een omvang van re
gionale proporties. Het rijk is ook slechts voornemens om een
bijdrage te geven die zich ongeveer verhoudt met twee derde van
het zogenaamde Shel 1-verliesDe rest zou dus door de deelne
mers moeten worden opgebracht. Tenslotte hebben we afgesproken
dat er in ieder geval een werkgroep in het leven geroepen moet
worden om de vele vragen die zijn gerezen, zo spoedig mogelijk