12 DECEMBER 1985
1 135
van de gemeentelijke woningbedrijven. Een en ander is ten prin
cipale van belang, wanneer gemeenten besluiten om een privaat
rechtelijke betrokkenheid bij voorzien in woningbehoefte te be
ëindigen. Het voert te ver om alle ins en outs, die tot deze
resultaten geleid hebben, hier nu uitvoerig aan de orde te stel
len. Duidelijk willen wij stellen, dat wij het hiermee van har
te eens zijn en derhalve voorstander zijn van het afstoten van
de gemeentelijke activiteit. Vervolgens doet zich de vraag voor
in welke vorm dit afstoten in de praktijk zal moeten plaatsvin
den. Hiertoe zijn verschillende mogelijkheden, waarbij de meest
in het oog springende zijn: verzelfstandiging van het woningbe
drijf tot een toegelaten instelling of overdracht van het ge
meentelijk woningbezit aan de Bredase corporaties. Na een diep
gaande studie zijn wij evenals de Bredase woningbouwverenigin
gen tot de conclusie gekomen, dat de zogenaamde verzelfstandi
ging onder voorwaarden niet afgewezen moet worden. Deze ziens
wijze betekent echter niet, dat wij een herverkaveling van de
totale sociale woningvoorraad in Breda en/of een gedeeltelijke
overdracht van het gemeentelijke bezit in de richting van de
corporaties in de toekomst willen uitsluiten. Hiervoor zal ech
ter nadere studie noodzakelijk zijn. Daarom willen wij aan onze
medewerking tot verzelfstandiging van het gemeentelijk woningbe
drijf in de richting van een woningbouwcorporatie uitdrukkelijk
de voorwaarde stellen, dat zo spoedig mogelijk in gezamenlijk
overleg met de woningbouwverenigingen en zo gewenst met de
koepelorganisaties een studie wordt opgestart. Bezien dient te
worden wat de meest geëigende, toekomstige beheersvorm voor de
sociale woningvoorraad in Breda zal zijn. Deze studie zal uiter
lijk afgerond moeten zijn voordat per 1 januari 198? het woning
bedrijf wordt omgezet in een corporatie. Onder voorbehoud van
een toezegging door Uw college tot het verrichten van dit onder
zoek gaat de C.D.A. akkoord met dit voorstel.
Mevrouw PLES
Aan dit voorstel, met name deel twee, ging een pijnlijk en een
lang proces van sanering en reorganisatie vooraf. Het was een
zware taak voor de medewerkers om naar dit punt te komen. Daar
voor willen wij onze waardering voor de ambtenaren uitspreken.
Het beleid van de portefeuillehouder in de afgelopen vier jaar,
heeft zijn vruchten afgeworpen in een beter functionerend wo
ningbedrijf dat nu uit de neerwaardste spiraal van inefficiënt
beheer, gebrek aan mankracht en middelen weer optimaal kan gaan
werken voor de bewoners. De kaders waar binnen gewerkt gaat wor
den, zijn nu duidelijker aangegeven in de doelstellingen en het
takenpakket van de aangepaste verordening. In de organisatie
wordt rekening gehouden met in ieder geval meer betrokkenheid
bij hun werk voor de mensen. Wij verwachten dat door de effi
ciency het tekort voor het woningbedrijf en de kredietover
schrijdingen spoedig tot het verleden zullen behoren. Wij hopen
dat de jaarafrekeningen op tijd de commissies en de raad zullen
bereiken. Vanuit dit perspectief ondersteunen wij het voorstel
van b. en w. met betrekking tot het verder uitbouwen van een
zelfstandig woningbedrijf tot een corporatie. Wij verzoeken wei
om de drie andere corporaties in het proces te betrekken.