12 DECEMBER 1985 1 136 De heer SIMONS Inzake de verzelfstandiging van het woningbedrijf wil ik het volgende opmerken. In de commissievergadering heb ik uitdrukke lijk gevraagd naar - en er is daarop bevestigend beantwoord, nl. dat dat toch een van de belangrijkste redenen is, de moge lijkheid om nieuwbouw te plegen. Ik heb daarnaar geïnformeerd en dan kom je uit in Spijkenisse, Amsterdam en Bussum. Het ge meentelijk woningbedrijf pleegt daar wel nieuwbouw. Er zijn schijnbaar afspraken gemaakt tussen de woningbouwverenigingen en de gemeente, dat het woningbedrijf nieuwbouw pleegt en dat er verdeling van de contingenten plaatsvindt. Formeel levert het inderdaad belemmeringen op. Alleen denk ik dat in goed over leg en met goede argumenten, zoals de financiële situatie van de gemeente Breda, je op dit moment niet anders kunt. Het rijk zal toestemming moeten geven aan de gemeente Breda om nieuwbouw te plegen. Het is nog steeds de gemeenteraad, die vaststelt hoe de contingenten verdeeld worden. Ik vraag me af wat voor stap pen het college tot nu toe ondernomen heeft om alsnog te probe ren een stuk van de contingenten naar het gemeentelijk woningbe drijf door te voeren. Met de woningbouwverenigingen kan gepraat worden over een redelijke verdeling, waarbij de schrijnende si tuatie van ons eigen woningbedrijf een heel belangrijke rol kan gaan spelen. Op een gegeven wil je moment toch naar een goed be leid toe. Je zult dan moeten praten met de woningbouwverenigin gen over een totaalbeleid in Breda met een gezamenlijke verant woordelijkheid ook voor het oude woningbezit. Als je nu gaat praten met de woningbouwverenigingen om een gedeelte van het oude woningbezit over te nemen met meteen daaraan gekoppeld een redelijk verdeling van de contingenten, ben ik ervan overtuigd, dat we vanuit Den Haag geen moeilijkheden krijgen over de nieuw bouw. Tegelijkertijd kun je je de situatie indenken dat de wo ningbouwverenigingen niet staan te springen om een stuk van het woningbezit over te nemen. Ik zou willen pleiten, als een stok achter de deur, om in dat geval op basis van de huidige finan ciële situatie een zeer groot deel van het contingent aan het gemeentelijk woningbedrijf toe te wijzen en dat gefundeerd te verdedigen naar de woningbouwvereningen en naar Den Haag toe. Gezien de cijfers, die U zelf de afgelopen jaren op tafel heeft gelegd, en dan praten we over kapitalen, zal niemand ontkennen dat de noodzaak tot de nieuwbouw gewoon aanwezig is. Een ander punt waarbij verzelfstandiging van het woningbedrijf gaat spe len, is het slagvaardiger kunnen reageren op verzoeken e.d. Ik zou het heel erg vinden als een gemeentelijke organisatie niet in staat is om een woningbedrijf op te zetten, wat slagvaardig kan reageren. Ik denk dat dat de armoede van het gemeentelijk beleid zal weergeven, mocht dat als overblijvend punt noodzaak geven. Ik heb op zich hele grote vraagtekens bij de noodzaak tot het verzelfstandigen. U mag van mij best die weg inslaan en kijken welke ontwikkelingen mogelijk zijn, maar dan alleen op het moment dat U tegelijkertijd een duidelijke analyse maakt over welke mogelijkheden we als gemeentelijk woningbedrijf heb ben, hoe serieus we daar in het verleden mee omgegaan zijn, hoe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1136