21 JANUARI 1985 114 kunnen nemen. In de sector cultuur is in die zin ook het een en ander gebeurd maar je moet wel eerst een paar randvoorwaarden hebben ingevuld, voordat je zo'n experiment gaat opstarten. Het brede terrein van de relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt laat zich moeilijk in enkele zinnen behandelen. In antwoord op de vraag van de heer Martens kan ik wel zeggen dat ik deze week nog besprekingen ga voeren over hoe met name het informatica- onderwijs, bij de beroepsopleidingen maar ook bij het basison derwijs, gestalte moet krijgen. Bij het verkrijgen van een opti male afstemming onderwijs/arbeidsmarkt past ons uiteraard als gemeente een bescheiden rol. Het schoolwerkplan is een verant woordelijkheid van het bevoegd gezag maar ook hier zou het open baar onderwijs eventueel stimulerend kunnen optreden. Dan kom ik aan de moties. In de allereerste plaats de I.H.M. in relatie tot de kerncentrale. Het college is unaniem in zijn opvatting dat de IHM-problematiekvan voornamelijk bestuurlijk finan ciële aard, geen enkele relatie heeft en moet hebben met de kerncentrale. Wat dat betreft zijn wij het met de opmerkingen van de heer Taks volstrekt eens. Met betrekking tot de overige zaken ligt er wel een scheiding binnen het college. Op één na is men van mening dat het kabinet nu in dit stadium met voor stellen naar het parlement moet. Daar moet de eerste verantwoor delijke politieke toetsing plaatsvinden tegen de achtergrond van de daar aanwezige brede kennis. Je praat dan over zaken zo als energiebalans, de verwerking van het kernafval, de brede maatschappelijke discussie en haar resultaten en de risico's die aan een dergelijke exploitatie vastzitten. Wanneer die poli tieke toetsing in het parlement heeft plaatsgevonden en wanneer die positief mocht uitvallen, is uiteraard de locatiekeuze aan de orde en zal de procedure rond de planologische kernbeslis sing starten. Dat betekent uiteraard dat wanneer Moerdijk daar bij nog aan de orde is, wat ik me na vanmiddag nog afvraag, is of dat wel zou kunnen, een oordeel van de raad gevraagd zal moe ten worden. Die raad moet dan een besluit nemen en dan moet ook alle bestuurlijke, relevante informatie voorhanden zijn. Dat is de procedure die de meerderheid van het college zich voor stelt. Dat is niet hypocriet. Dat is ook niet de verantwoorde lijkheid van je afschuiven. Dat betekent naar ons oordeel de verantwoordelijkheid in de tijd leggen waar zij thuis hoort. Een lid van ons college sluit zich aan bij de motie en geeft er de voorkeur aan reeds in dit stadium in deze raad te zeggen: géén kerncentrale op Moerdijk, nu niet en nooit niet. De heer CRUL Heeft bij de besluitvorming hierover ook een rol gespeeld of de grond wel of niet eigendom van het I.H.M. is. Wethouder SANDBERG Dat is zeker niet aan de orde geweest. Op dit moment is alle grond nog in het bezit van het I.H.M. en wij zijn nog niet aan die situatie toe, dat dat mogelijkerwijs in de toekomst niet het geval is. De uitleg over deze zaken betekent dat de meerder heid van het college van mening is dat motie nr. 3, ingediend door mevrouw Van Rooij, voor ons aanvaardbaar is. De motie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 114