16 DECEMBER 1985 kader van de profijtkorting. De vraag is echter of het daadwer kelijk mogelijk wordt het profijtbeginsel in versterkte mate toe te passen. Wat is Uw mening hierover? De lagere legesop brengst als gevolg van de deregulering van de milieuwetgeving wordt door U helder uiteengezet. Een voorbeschouwing over de te verwachten derving aan bouwleges als gevolg van de komende dere gulering van de bouwregelgeving missen wij echter. Bij de vast stelling van de belastingtarieven 1986 hebben wij onze instem ming betuigd met het feit dat de verhoging van de o.g.b. gehand haafd is op 1 miljoen waardoor de procentuele stijging voor el ke burger lager is uitgevallen. Een kritische kanttekening plaatsen wij bij de eenmalige toekenning van 1 miljoen aan de g.s.d., dit vanwege het risico van structurele doorwerking. Ver heugend is het dat door o.a. de positieve ontwikkeling van de werkgelegenheid het gemeentelijk aandeel in de bijstandskosten 1 3/4 miljoen lager begroot kan worden. Ronduit teleurgesteld zijn wij over het feit dat de structurele behoefte van f 1.592.000,-- in deze begroting wordt afgedekt met eenmalige middelen en dat in onvoldoende mate tot uitdrukking komen de bezuinigingsmaatregelen met een structureel karakter, zoals die bij de kadernota besproken zijn. Met betrekking tot reeds eer der in gang gezette bezuinigingen hebben wij kennis genomen van Uw slotrapportage over afwijkingen in de realisatie van de hug-besluitenWat wij hierin missen, is een samenvattende politieke beschouwing over de realisatie van h.u.g. 1 en 2 ener zijds en de effecten van de doorgevoerde bezuinigingen op het dagelijks functioneren van de gemeente anderzijds. Wij nodigen U uit ons hieromtrent nader te informeren. Bezien wij het door U gepresenteerde globale financiële perspectief naar de thans bekende gegevens en verwachtingen en betrekken wij hierbij ge lijk de risico- en reservepositie, dan kunnen wij niet anders stellen dat Breda financieel gezien er slecht voorstaat. Met be trekking tot de capaciteitsontwikkeling en de voortgang van de budgetten heb ik al enige zaken genoemd, die het financieel per spectief negatief kunnen beïnvloeden. De gevolgen van de budget taire neutrale decentralisatie van rijkstaken willen wij hier bij niet onvermeld laten. De vraag is of de stelpost onontkoom baar en de stijging hiervan met 1 miljoen per jaar wel voldoen de zal zijn om alleen al dit soort zaken op te vangen. Met in achtneming van een aantal niet gekwantificeerde risico's in de exploitatiesfeer kan deze vraag ook gesteld worden bij de toe reikendheid van de stelpost voor nieuwe en vervangingsinveste ringen. Wij verlangen bij de presentatie van de kadernota 1987 een kwantificering hiervan en zijn van mening dat, zolang hier over onduidelijkheid bestaat, financiële meevallers, bijvoor beeld ontstaan door Uw alerte reactie ten aanzien van de rente conversie, niet op voorhand ingezet moeten worden als extra ca paciteit. Hieromtrent zal ik een motie indienen. Voor wat be treft de risico's in de kapitaalsfeer springen duidelijk in het oog: de problematiek van het woningbedrijf inclusief hetgeen on der de dynamische kostprijs vermeld is en de problematiek van het grondbedrijf. Bij het eerste hebben wij het gevoel, dat de 1 150

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1150