16 DECEMBER 1985 1153 van de woningzoekenden doch evenzeer die van de zittende bewo ners een rol moeten vervullen. Dit brengt ons bij de betrokken heid van de woonconsument, woningeigenaren en anderen bij het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid. Jammer, dat er hier nog geen sprake is van een structurele aanpak. Democratisering van het lokale volkshuisvestingsbeleid wordt nog teveel op een hoop gegooid met concrete inspraakprojecten. Een nadere studie, waar in de mogelijkheid wordt bezien of de instelling van bijvoor beeld een lokale raad van advies voor de volkshuisvesting een zinvolle uitwerking is van de door ons gewenste democratise ring, lijkt gewenst. In dit kader zijn wij ook ten zeerste be nieuwd naar Uw mening over de ontwikkelde nieuwe koers van de St.A.R. Zonder meer verrast zijn wij door Uw mededeling, dat de organisatie en werkwijze van de inspraak zoals vastgelegd in de inspraakverordening, die pas vanaf 1 januari 1984 operationeel is, weer gaat veranderen. Bij ons zijn tot nu toe geen zwaarwe gende argumenten bekend waarom dit zo nodig moet. Vooralsnog staan wij niet te trappelen om aan wijzigingsvoorstellen op ba sis van gecoördineerde decentrale aanpak mee te werken. Nadere argumentatie Uwerzijds lijkt ons gewenst. Het woongenot wordt niet alleen meer bepaald door de kwaliteit van woning en woonom geving doch in toenemende mate ook door de beleving van veilig heid. Met name dit aspect van het veilig wonen is voor veel in woners van onze stad een bron van grote zorg. Cijfers bevesti gen, dat drugsverslaving de belangrijkste oorzaak van de cri- rainaliteitstoename van de laatste jaren is. Het is vooral deze criminaliteitstoename die naar onze mening voor velen de ver oorzaker is van de negatieve beleving van het wonen. Het is dan ook een goede zaak dat het drugsprobleem actief wordt aangepakt langs de in de politienota 1986 aangegeven tweeledige aanpak van bestrijding van de handel enerzijds en het terugdringen van de verslaving anderzijds. Het behandelen van de verslaafde en een actieve nazorg op basis van vrijwilligheid is hierbij voor ons de regel, doch gezien de hardnekkigheid van dit probleem willen wij in incidentele gevallen een gedwongen begeleiding en verpleging binnen de justitiële mogelijkheden niet bij voorbaat uitsluiten. In aansluiting op de aanbevelingen van de commissie Roethof worden voor de bestuurlijke preventie van criminaliteit in het landelijk beleidsplan samenleving en criminaliteit aan zetten van beleid gegeven, die zich richten op het versterken van de binding van de opgroeiende generatie met de maatschap pij, op het ontwikkelen van een bebouwde omgeving die qua plano logische en bouwtechnische kenmerken zo min mogelijk gelegen heid biedt tot het plegen van delicten en op het intensiveren van het toezicht door functionarissen met een bredere dienst verlenende taak. Ook wordt in hetzelfde beleidsplan veel aan dacht en belang gehecht aan de functie, die maatschappelijke organisaties kunnen vervullen bij de preventie van kleine cri minaliteit. Zonder politiële en strafrechtelijke aanpak te wil len en te kunnen uitsluiten, lijkt ons deze andere, op preven tie berustende, aanpak een zeer goede zaak.Wij hebben dan ook met instemming kennis genomen van Uw mededeling, dat U genoemde aanbevelingen gaat vertalen naar de lokale Bredase behoefte. Over de sociale veiligheid en de kwaliteit van openbare ruimte

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1153