16 DECEMBER 1985
1 157
ingespeeld en kan nu alle aandacht gericht worden op het inhou
delijk functioneren. Van het beleidsplan openbaar onderwijs,
dat na veel vertraging begin 1986 gepresenteerd wordt, verwach
ten wij een positieve bijdrage. Wij herhalen ons standpunt, dat
een goede overlegstructuur tussen de diverse richtingen van on
derwijs van essentieel belang is voor de vormgeving van een
evenwichtig onderwijsbeleid. Dit geldt voor de aansluiting van
basis- naar voortgezet onderwijs eveneens. Voor het onderwijs
voorrangsbeleid zal 1986 een belangrijk jaar worden. De inspan
ningen, die in de lopende experimentele periode geleid hebben
tot een goed gestructureerde aanpak, moeten in combinatie met
de achterstandsscore voldoende aanleiding geven tot aanwijzing
als voorrangsgebiedGeconstateerd kan worden dat binnen de fi
nanciële mogelijkheden veel en goed werk verzet is voor de Bre
dase gemeenschap. Evenzeer kan vastgesteld worden constatering
dat deze begroting overduidelijk aantoont dat, wanneer wij onze
zelfstandigheid als gemeente willen behouden - en dat willen
wij als C.D.A. - wij er niet aan zullen ontkomen dat in de zeer
nabije toekomst een aantal inpopulaire maatregelen zullen moe
ten worden genomen voor sommige voorzieningen en activiteiten,
die voor de inwoners van onze gemeente direct voelbaar zullen
zijn. Hiermee wil ik deze algemene beschouwing afronden.
De door de heer De Zwart c.s. ingediende moties luiden als
volgt
MOTIE 2
De raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op 16 en
19 december 1985;
gehoord de beraadslagingen over de begroting 1986
overwegende dat:
- het probleem van de toegenomen onveiligheid op het ogenblik
sterk in de belangstelling staat;
- de sociale veiligheid één van de factoren is die de kwaliteit
van de openbare ruimte bepaalt;
- onveiligheid door gerichte beheersmaatregelen beperkt kan wor
den
constaterende dat:
- tot nu toe weinig expliciete aandacht aan de factor sociale
veiligheid wordt besteed;
- er voor de ondersteuning van gemeentelijke proefprojecten ter
voorkoming van kleine criminaliteit landelijk aan subsidie
f 45 miljoen beschikbaar wordt gesteld;