16 DECEMBER 1985
1 175
royaal passeerde als het om begrip gaat van ontwikkelingsproble- b°é
matiek. Het zou aan U niet gelegen hebben als Breda de enige ge-
meente zou zijn, die geen cent effectief aan ontwikkelingssamen-
werking zou besteden. Dat hadden C.D.A. en V.V.D. op hun conto 1e'
mogen nemen. Nu de stichting toch aan het werk wil gaan, hopen
we dat Breda uit deze blamerende situatie treedt. Jammer vinden ger
wij het ook dat de burgemeester vrede en veiligheid onvoldoende
aan de orde laat komen. Ten aanzien van de sector Werken het n®r
volgende. In Breda is een aantal positieve ontwikkelingen in
gang gezet: commerciële en niet-commerciële dienstverlening
groeit, starter doet het relatief goed en voor jongeren gebeurt ^er
meer dan in belangrijke steden die vergelijkbaar zijn. Toch heb-
ben wij de indruk, dat de sector op een aantal punten niet het ^er
maximale eruit haalt wat mogelijk zou zijn. Er is al jaren geen dei
promotiebeleid op basis van sterkte-zwakte analyse. Wij pleiten de
er dan ook voor om in 1986 vanuit de dienst werken met een
sterkte-zwakte analyse op tafel te komen met betrekking tot het we€
promotiebeleid. Kan de wethouder dit toezeggen? Er is geen ac-
tief overleg met de vakbonden: de W.A.R. is een overlegorgaan Mie
geworden op papier. Structureel overleg met Den Haag, Den Bosch voc
en Brussel ontbreekt. Wij verwachten op bovengenoemde punten ™or
een duidelijk inzicht in het aangekondigde beleidsplan van de Gr^
dienst Werken. Tot slot moeten wij opmerken, dat we er erg veel dfr
moeite mee hebben dat een aantal belangrijke zaken, zoals het
bovengenoemde beleidsplan, het fonds werkgelegenheid, en het
beleidsplan Gist nog niet zichtbaar zijn. De sector is dan ook, co^
dat hebben we in de commissie verteld, voor ons moeilijk te be- m0€
oordelen. Dan kom ik aan de sector Wonen. De ontwikkelingen op str
dit gebied beoordelen wij als positief. Het saneren van het wo- da*
ningbedrijf heeft voor ons hoge prioriteit, omdat zo'n 20.000 re^
inwoners toch afhankelijk zijn van het woningbedrijf als huis- bet
baas. Er dient meer zekerheid te komen over de financiële voort- wac
zetting van de ingezette aanpak van Breda, met name van Geeren- tar
Noord. Wij dienen hierover een motie in. De samenhang met het fn
beheer door de drie corporaties moet versterkt worden. Wij be-
treuren de aarzelende en twijfelende houding van Laurentius en var
St. Joseph in het proces gericht op optimalisering van het be- enl<
heer van de sociale woningbouw in Breda. De stadsvernieuwing in me*
binnenstad en buurten loopt in het algemeen goed, zij het dat en
de planning steeds niet wordt gehaald. Is dat nog te verbete- P°£
ren? De overgang naar stadsbeheer staat voor de deur, een ver- in*
nieuwende impuls. De aandacht voor diverse groepen in de volks- m0€
huisvesting is groot, toch moeten de resultaten voor jongeren Bre
en ouderen nog zichtbaar worden. De woningmarkt blijft gespan- voc
nen: te velen wachten lang op goedkope huurwoningen die niet
meer te bouwen zijn. Alternatieven als goedkope vrije sector du^
bouw en vooral maatschappelijk gebonden eigendom blijven de or\2
moeite waard om uit te proberen. Ook daarover dienen we een mo-
tie in. De initiatieven van de wethouder ten overstaan van de en
op
lel
zor
tal
nie
eer