16 DECEMBER 1985
We hebben toen in alle toonaarden tegen elkaar gezegd: het fa
cet emancipatie moet in alle sectoren een rol spelen bij de tot
standkoming en het uitvoeren van de beleidsuitgangspunten. Ik
had hier op papier een stukje staan uit het werk van het colle
ge. Ik zal het heel kort samenvatten. Iedere portefeuillehouder
heeft een eigen verantwoordelijkheid; er komt een emancipatie
adviesraad, die moet het emancipatiebeleid meer gestalte geven
en de uitvoering bewaken, per sector komt er die bewuste ambte
naar; er is één coördinerend emancipatiemedewerkster voor 20
uur, daar moeten we het mee doen in de gemeente; en de coördi
nerend wethouder bewaakt de bestuurlijke coördinatie. Dat was 8
november 1984. Toen hebben we 47 maatregelen en beleidsvoor
nemens vastgesteld. Wij vonden ze erg vaag. We hebben ook nog
geprobeerd via 20 amendementen van de P.P.R., P.S.P. en onze
fractie, om het beleid aan te scherpen en nieuwe ontwikkelingen
in gang te zetten. Het college heeft stelselmatig de moties en
de amendementen ontraden of overbodig verklaard. De aan het col
lege deelnemende partijen stonden op dat moment kritiekloos ach
ter het college. Gelukkig hebben wij vanmiddag van verschillen
de kanten toch wat kritiek gehoord. De toenmalig coördinerend
wethouder verklaarde plechtig, dat de beleidsuitgangspunten se
rieus worden genomen en "dat het college staat te trappelen om
er inhoud aan te geven". November 1985In de commissievergade
ringen, waar de deelbegrotingen worden behandeld, is geen voort
gangsrapportage aanwezig en bij de portefeuillehouders is van
"dat trappelen om het emancipatiefacetbeleid ten uitvoer te
brengen" weinig of niets te bespeuren. Na de begrotingsbehande
ling in de commissies ontvangt de commissie Welzijn I de voort
gangsrapportage. Uw college besluit op 13 november pas en wij
hadden het moeten behandelen op 10 december. Wij hebben, om al
le misverstanden te voorkomen, gevraagd in de commissievergade
ring om dat niet te doen, om het eerst in de functionele commis
sies te bespreken en daarna in de commissie Welzijn I. Wij wil
len inderdaad heel serieus met dat facetbeleid omgaan en ook
kritisch terugkijken naar 1985 wat ervan terecht gekomen is. In
de begroting van 1986 vindt er geen financiële vertaling van
het facetbeleid in de sectoren plaats. Een motie van de P.P.R.
bij de behandeling van de Kadernota werd door de raadsmeerder-
heid verworpen. Die motie vroeg uitdrukkelijk om bij de voorbe
reiding van de begroting 1986 een financiële vertaling van het
facetbeleid. De raadsmeerderheid was het met het college eens;
men had vertrouwen in het college. Dat blijkt achteraf dus nu
anders uitgevallen te zijn. In de summiere toelichtingen, ik
heb het in het begin al even gezegd bij de sectorbegrotingen,
worden zeggen en schrijven, ik heb ze geteld, vier vage zinnen
aan het facetbeleid gewijd, nl. bij de sociale dienst, bij de
sector volksgezondheid, bij jeugd, sport en recreatie en bij de
dienst Werken. Ik wil nu, om de feitelijke situatie toch even
te schilderen, drie zaken eruit lichten, niet om de voortgangs
rapportage nu te behandelen want daar komen we in de commissie
uitvoerig op terug. Het C.D.A. heeft dat ook in het vooruit
zicht gesteld. Ik wil er drie onderdelen uitlichten om te laten
1201