21 JANUARI 1985
120
gigantische klus werk doet. Gaandeweg zijn echter door moeilij
kere rijksregelingen, doordat je anders met je bewoners moet om
gaan endoordat je met een oud woningbestand zit, de eisen die
aan, met name, gemeentelijke woningbedrijven gesteld worden,
erg toegenomen. Het is logisch dat een organisatie dan nog een
keer tegen het licht wordt gehouden. U weet dat we daar probe
ren te werken in een aantal stappen. De eerste stap is afgerond
door een interim-manager te benoemen, de technische onderhouds-
afdeling uit de afdeling bouwkunde over te plaatsen in de rich
ting van het woningbedrijf, een aantal vacatures snel in te vul
len en externe hulp op het gebied van een aantal administratie
ve ontwikkelingen in te huren. Ik denk dat we met die stappen
in ieder geval geprobeerd hebben om geen verdere achterstanden
en problemen te laten ontstaan. Maar daarmee zijn we er natuur
lijk nog niet. De tweede stap is een belangrijke stap voor het
college en voor de raad. Dat is de vraag wat je organisatorisch
met het woningbedrijf wil. U weet dat daar in den lande zeer
veel discussie over is. U leest met enige regelmaat hoe het in
Tilburg moet en hoe het bij andere gemeentes gaat, waarbij
steeds weer de vraag aan de orde is: kun je het woningbedrijf,
los van de gemeente, zelfstandig laten opereren en als je het
doet, doe je dat dan binnen een gemeentelijke organisatie of
maak je er een aparte corporatie van? Het rapport over het wo
ningbedrijf is afgerond. De interim-manager heeft dat met de
staf besproken en via de directie van openbare werken naar het
college gezonden. Er staan dus een aantal besluiten voor de
deur. Die besluiten zijn ook financieel nogal belangrijk omdat
je niet zomaar een organisatie-onderdeel uit een groter organi
satie-onderdeel kunt halen. Feitelijk kan het college ook nauwe
lijks tot besluiten komen, zonder dat ze daar de financiële con
sequenties goed van bekijkt. Die liggen in de orde van zeker
een 5 ton structureel, zoals dat nu is aangegeven als we dat
onzorgvuldig doen. Er moet dus een zeer belangrijk gat gedekt
worden, wil je die stap kunnen maken. Niettemin zal het college
deze week zich moeten uitspreken over de vraag of ze het woning
bedrijf inderdaad per 1-1-1986 wil verzelfstandigen buiten de
dienst Wonen en binnen de gemeentelijke organisatie, zodat er
duidelijkheid komt over de vraag wat de positie van het woning
bedrijf met zijn 8.500 woningen in het Bredase volkshuisves-
tingsgebeuren is. We zullen dat zorgvuldig doen. Het kan best
zijn dat de besluitvorming dan wat meer tijd kost maar besluit
vorming zoals deze wordt aan het college voorgelegd. Er zullen
ook voorstellen gedaan worden om sleutelposities opnieuw in te
vullen en te proberen om met het elan dat erin zit, en wat nog
versterkt kan worden, door te kunnen. Fase 3 van het woningbe
drijf is het financieel en technisch en, in de richting van de
bewoners, organisatorisch meerjarenperspectief, door kenners
ook wel het weerstandsvermogen van het woningbedrijf genoemd
(van die kenners zijn er niet zoveel). Wij zijn met een automa
tiseringsprogramma bezig en wij zijn met een technische inventa
risatie van het woningbestand begonnen. We zijn in overleg met
het ministerie over de preciese financiële situatie maar U moet
niet verwachten dat U binnen een half jaar de uitkomsten van
die onderzoeken hebt. Dus is de wijze waarop we het financiële