16 DECEMBER 1985 aan de commissie algemene zaken worden voorgelegd. De P.v.d.A. noemt het een slechte zaak wanneer een aantal gemeentelijke be stuursorganen, waaronder de burgemeester, in negatieve zin de pers haalt. Wij respecteren in deze de persvrijheid. Ten aan zien van de inspraak een enkele opmerking. Het college heeft in tegenstelling tot hetgeen is gesuggereerd, nog geen vastomlijn de plannen voor een wijziging van de organisatie van de in spraak. Wat wel het geval is, is dat we geconstateerd hebben dat de uitvoering van de werkwijze, zoals in de inspraakveror dening geregeld, tot nu toe niet naar behoren functioneert. Daarbij is de vraag aan de orde gekomen of decentralisatie van de coördinatie van de inspraak, dus een loskoppeling van de af deling voorlichting en inspraak, een effectieve oplossing zou bieden. Dit is mede ingegeven door het feit, dat wij praktisch alle functies gedecentraliseerd hebben en dat hier sprake is van een van de laatste niet gedecentraliseerde functies. De vraag is ook ingegeven, mede door de opmerking van D'66, of er een zekere ambtelijke weerstand zou bestaan om de inspraak via een centraal orgaan te doen verlopen. Gevraagd is of die ambte lijke weerstand geen algemeen verschijnsel was. Dat is het ze ker niet. We ervaren ambtelijke weerstand nauwelijks. Althans voor zover ons bekend is in ons beleid, hebben wij geen last van ambtelijke weerstand. We hebben een zeer toegewijd ambtena renkorps. Het is inderdaad juist dat op bepaalde terreinen de ambtelijke diensten vinden dat zij, en dat is ook hun recht, be paalde werkzaamheden beter zelf kunnen verrichten. Sommige diensten vinden dat zij via decentralisatie, behalve de uitvoe ring van de inspraak, het initiëren van inspraakprocessen, het op elkaar afstemmen daarvan en een technische verzorging, beter zelf zouden kunnen verzorgen. Daar wordt verschillend over ge dacht, ook bij de afdeling voorlichting en inspraak. Binnen het college hebben we daar nog geen duidelijkheid over. Hoe dan ook, het onderzoek wat thans wordt gehouden, is nog niet afge rond. We hopen in het eerste kwartaal 1986 in de commissie al gemene zaken daarop terug te komen. We delen daarmee niet de op vattingen van de PSP-fractiedat bij het college inspraak een lage prioriteit zou hebben. Er is nog enig misverstand ten aanzien van een vraag van de P.S.P. met betrekking tot de in spraak in het kader van de minderheden. Daarbij zou gesugge reerd worden dat, in het kader van de h.u.g. daar de materiële mogelijkheden zouden zijn afgenomen. Dat is niet het geval. Het is wel een gevolg van een personele hug-maatregelwaardoor de informatieplaats is vervallen en dit beleid niet helemaal door de afdeling voorlichting en inspraak begeleid kon worden. De heer SIMONS Dat hebben wij toch ook gezegd. De VOORZITTER Dan was dat een misverstand. 1210

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1210