16 DECEMBER 1985
De heer SIMONS
Het enige waar het dan om gaat en waar U nu op reageert is: wat
heeft U gedaan om te proberen dat te voorkomen en wat bent U
van plan om te gaan doen? Dat antwoord had ik wel graag gehad.
De VOORZITTER
Ik heb U al gezegd dat wij ten aanzien daarvan nog een onder
zoek hebben lopen en dat geldt dan ook voor alle beleidsterrei
nen, niet alleen voor het welzijnsbeleid maar ook voor de ruim
telijke ordening etc. Wij zullen dus in het eerste kwartaal met
een notitie in de commissie algemene zaken daaromtrent komen.
Ik kom dan tot het veiligheidsbeleid, het drugsbeleid en de cri
minaliteit in het algemeen. Zoals de C.D.A. terecht opmerkte,
bevestigen de cijfers dat drugsverslaving een belangrijke oor
zaak is van een criminaliteitstoename in onze stad. Die toename
heeft er ook toe geleid, dat de inbraak in woningen in omvang
is toegenomen. Gelet op het feit dat inbraak een ernstige in
breuk betekent op de privacy van mensen, heeft de politie dan
ook voorrang verleend aan woninginbraken en daaraan hoge priori
teit toegekend, o.a. door een projectmatige aanpak middels een
woninginbraakteam. Zoals uit de voortgangsrapportage eerste
halfjaar 1985 blijkt, is deze aanpak niet zonder succes geble
ken en wij zullen die aanpak dan ook handhaven. Uit het drie
hoeksoverleg, het overleg tussen de hoofdofficier van justitie,
de korpschef en de burgemeester, is naar voren gekomen dat een
gedwongen verpleging van drugverslaafden - ik zeg dat uitdrukke
lijk in de richting van de sprekers en ik meen ook tegen de
heer De Zwart - uiteraard binnen justitiële kaders een sterke
voorkeur geniet boven een vrijwillige aanpak. Het is echter
niet zo eenvoudig om een gedwongen aanpak te effectueren, ge
zien de accommodaties en de middelen die daarvoor beschikbaar
zouden moeten zijn. In de vergadering van de commissie Algemene
Zaken, waarin het rapport "samenleving en criminaliteit" ter
sprake kwam, heb ik Uw commissie toegezegd dat, zowel op lande
lijk niveau als op locaal niveau, een werkgroep een geïntegreer
de aanpak van de criminaliteitsbestrijding zal bevorderen. Mede
na overleg met de commissaris van politie, acht ik het wense
lijk vooralsnog te starten met een voorbereidingsgroep. Die
werkgroep zal zijn samengesteld uit de diverse ambtelijke disci
plines; de heer Taks heeft er al een aantal genoemd. Ik noem er
ook een aantal, bestuurlijke juridische zaken, kabinet, onder
wijs, openbare werken etc. en er komen nog wel enkele bij. De
voorbereidingsgroep zal een aantal externe disciplines bij haar
werkzaamheden betrekken, zodat optimaal gebruik kan worden ge
maakt van de kennis en kunde van de diverse maatschappelijke or
ganisaties zonder dat wij vinden dat al die organisaties in de
werkgroep zelf vertegenwoordigd moeten zijn. Ik denk dat het
niet zo verstandig zal zijn om op dit moment daar een artikel
61 commissie voor in het leven te roepen, waarom gevraagd is.
Evenmin vind ik het verstandig om nu al te werken in de rich
ting van een criminaliteitsbeheersingsplan voor Breda. Ik denk
dat wij dan weer toewerken naar veel papierwerk en nota's, die
weer in een speciale commissie ex artikel 61 aan de orde zullen
121 1