16 DECEMBER 1985 1213 er inderdaad over horizontale samenwerking met meerdere gemeen ten, zo mogelijk ook op stadsgewestelijk niveau, gesproken wor den. Met betrekking tot de ontwikkelingssamenwerking doet het ons college en het C.D.A. genoegen, dat de stichting ontwikke lingssamenwerking nu toch heeft verklaard met de werkzaamheden te willen beginnen. Die brief is inderdaad binnen, zij het dat de stichting teleurgesteld was omtrent de gang van zaken. Daar uit is toch niet de uiterste consequentie getrokken, maar zij heeft ons medegedeeld nu met de aanpak van dit beleid te willen beginnen. We hebben er het stichtingsbestuur op gewezen, dat zij thans snel conform de voorwaarden een begroting moet indie nen. Wij hopen dat wij U binnen zes maanden een inventarisatie kunnen voorleggen van datgene wat ter zake gebeurd is. Tenslot te heb ik nog een enkel woord over de eraancipatiesamenwerking Mevrouw Paulussen heeft ieder lid van het college gevraagd wat er op dat terrein gebeurt. Ik neem aan dat ieder lid van het college daar wellicht iets van wil zeggen. Met betrekking tot het onderdeel voorlichting binnen mijn portefeuille, wijs ik op een potje wat er is, waardoor de emancipatie in de begroting voorlichting wat ruimte heeft. Ik verwijs ook naar de extra aan dacht, die in de politienota gegeven is voor het emancipatiebe leid binnen de politie zelf en los daarvan voor de werving van allochtonen, zoals in de politienota is verwoord. Ook meld ik, dat voor de inhaalmanoeuvre in het kader van het minderhedenbe leid, bij de afdeling voorlichting en inspraak nu een vrouwelij ke medewerkster is aangetrokken om hieraan gestalte te geven. Voorts heeft mevrouw Paulussen nog iets gezegd over een brief die door het college is gestuurd aan de vrouwelijke leden van de raad, minus 1. Zij wil gaarne een discussie aangaan met het college. Ik kan daarvan zeggen, dat de uitnodiging tot die dis cussie al in de brief van het college was verwoord. Ik denk dat het mij daarmee gelukt is binnen de gestelde tijd op de gestel de vragen antwoord te geven. Mocht het onvoldoende zijn, dan hoor ik dat graag in tweede instantie. Wethouder SANDBERG De afgelopen jaren heeft er een constructief overleg in de com missie onderwijs plaatsgevonden, waarop toch op hoofdlijnen con sensus is bereikt. Dat is de reden waarom waarschijnlijk de raad bij deze algemene beschouwingen weinig vragen en opmerkin gen heeft gehad over het onderwijs. Toch wil ik graag daarmee beginnen. De heer De Zwart heeft eigenlijk een gevoelen van de hele raad tot uitdrukking gebracht, nl. dat het onderwijs tot het afgelopen jaar enorm onder druk heeft gestaan van allerlei wijzigingen, veranderingen etc. Hij heeft met name gewezen op de Wet op het basisonderwijs, maar ik denk toch ook dat de hervo-operatie in dit stramien bepaald niet mag worden verge ten. Hij spreekt de wens uit dat er nu eens wat rust komt. Ik heb dat bij een andere gelegenheid op de volgende manier uitge drukt: laat het onderwijs het komende jaar nu eens onderwijs geven en zich niet voortdurend hoeven te verliezen in discus sies over structuren etc. Wat dat betreft verschillen we weinig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1213