16 DECEMBER 1985 1214 van mening. Het is wel één van de redenen waarom het beleids plan openbaar onderwijs, waarvan de heer De Zwart terecht con stateert dat het enige vertraging heeft opgelopen, mede daarvan eigenlijk het gevolg is geweest. Het beleidsplan is inmiddels uitvoerig in de inspraak geweest. Na de discussie in de commis sie hebben wij vastgesteld dat die termijn toch enigermate ver lengd moest worden. Ik kan in ieder geval toezeggen dat, binnen de periode die wij daarvoor in het programakkoord hadden aange geven, de beleidsnota in januari/februari in ieder geval in de commissie uitvoerig besproken zal worden. Hij is inmiddels bij de commissieleden gedropt. Hetzelfde geldt voor het onderwijs overleg. Daar zijn de ontwikkelingen nog veel recenter van aard. Ik heb jl. vrijdag het eerste overleg met de koepels ge had. Zoals ik er tegenaan kijk, en ik meen dat dat eveneens het gevoelen van de diverse gesprekspartners was, is dit overleg zeer constructief verlopen. We hebben aan het eind van de rit met elkaar geconstateerd, dat een dergelijk overleg met een fre quentie van om de twee maanden, ten behoeve van het gehele on derwijs een bijzonder goede zaak zou zijn. We hebben gelijktij dig een aantal zaken op een rij gezet, die we in de komende pe riode in dat periodieke overleg willen gaan bespreken. Een van de gevolgen daarvan is dat bijvoorbeeld de discussie, die bin nenkort zou moeten plaatsvinden over de besteding van de com- pensatiegelden vakonderwijs, toch weer iets naar achter wordt geschoven. De koepels hebben nu geïnventariseerd wat allemaal wenselijk zou zijn. Ze vragen of ze dit nu terug mogen nemen naar hun achterban en eind januari willen ze wederom nader van gedachten wisselen. Dat moet je eigenlijk wel honoreren, hoewel dat betekent dat die beslissing wat later komt. Het C.D.A. heeft ook de aansluitproblematiek van het basis voortgezet on derwijs nog even aangehaald, de BOVO-commissieHet loopt eigen lijk niet allemaal zo als we vinden dat het zou moeten lopen. Ik denk dat dat met name heel nadrukkelijk het gevolg is van te weinig professionele ondersteuning. Er lopen mensen vanuit het onderwijs met een aantal creatieve ideeën rond. Ze willen ook wel het een en ander, maar ze zijn allemaal druk bezig met hun dagelijkse activiteiten. Daardoor verzanden veel van dit soort, soms toch wel erg waardevolle ideeën, in het moeras van het druk bezig zijn met de dagelijkse gang van zaken. Wellicht krijgt dit puntje de aandacht met de corapensatiegelden vakonder wijs. Wij moeten voor 1 maart aanstaande onze aanvragen inzake het onderwijs voorrangsbeleid de deur uit doen. Dat zal gebeu ren. Ik moet U zeggen dat wij het voorlopig inschatten dat de beslissing in ieder geval voor 1 augustus moet worden afgegeven en dat die voor Breda in ieder geval wel gunstig zal uitpakken. Ik kan er uiteraard geen definitieve toezegging over doen, want ook de discussie in de Kamer is nog gaande. Zoals wij het inschatten zijn we er bepaald niet negatief over. De V.V.D. en de P.v.d.A. hebben met betrekking tot onderwijs nog een aantal opmerkingen gemaakt. De heer Taks heeft gepraat over de samenwerking tussen de Nuts-mavo en de Rijksscholengemeenschap. Ik denk dat we daarvan mogen zeggen, dat we op korte termijn een aantal gunstige beslissingen kunnen verwachten. Wel moet ik U

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1214