melden dat de betrokkenheid de rol van de gemeentelijke over heid bij dat proces nu heel nadrukkelijk een beetje op de ach tergrond is geschoven. Uiteraard is dat nu de eerste verantwoor delijkheid bij het bevoegd gezag, zowel van de rijksscholenge meenschap als bij de Nutsmavo. Wij hebben het proces opnieuw op gestart om elkander te vinden. Dat dreigt nu te komen en daar mee doet gelijk die gemeentelijke overheid een stapje terug. De heer Taks heeft gevraagd om een goede keuzemogelijkheid tussen de verschillende richtingen onderwijs, met name het openbaar on derwijs in de Haagse Beemden, voor elkaar te krijgen. Als je principieel de keuze hebt gemaakt en die ligt in het programak koord vast, dan is dat voor dit college en voor mij richtingge vend. Dat geldt uiteraard voor gelijke kansen voor het openbaar en het bijzonder onderwijs in de Haagse Beemden. Ik ben het vol strekt eens met de stelling: wil je die gelijke kansen effectue ren, dan moet je streven naar een gelijktijdige bouw. Met be trekking tot die keuzemogelijkheid in het verlengde daarvan, heeft de heer Martens gevraagd, of het college bereid is daar toch eens een onderzoek naar te doen. Daar waren verschillende wegen. In de eerste plaats hadden we de keuzemogelijkheid of de gewenste onderwijsenquête in het kader van de hervo-operatie Hiervoor hebben we niet gekozen. Dat geeft toch teveel een lan delijk beeld, maar wel is, en dat zeg ik U toe, bij de sociogra fische dienst op dit moment een voorstel in voorbereiding naar een schoolkeuze-onderzoek. Het voorstel voor dat onderzoek zal het college binnenkort bereiken. Uiteraard moeten we er nog een beslissing over nemen. Daarover zullen we ongetwijfeld in de commissie nader van gedachten wisselen. Afsluitend binnen het onderwijsgebeuren moet ik U zeggen dat ik toch wat vreemd aan kijk tegen de vraagstelling van mevrouw Paulussen met betrek king tot het emancipatiebeleid binnen het onderwijs. Juist in het beleidsplan openbaar onderwijs, wat haar toch ter kennis is gebracht, is als beleidspunt opgenomen het emancipatiebeleid in de schoolwerkplannen. Uiteraard geldt voor het bijzonder onder wijs dat de gemeente binnen de grenzen van de autonomie die schoolbesturen in het bijzonder onderwijs hebben, wij uitslui tend aandacht kunnen vragen voor deze materie, wat dan ook di verse keren is gebeurd. Eigenlijk geldt zelden de problematiek van de buitenlandse kinderen, de culturele minderheden binnen het onderwijs, waarin we én binnen het openbaar onderwijs maar ook in goed overleg met het bijzonder onderwijs heel nadrukke lijk aandacht vragen om daar actieprogramma's voor te ontwikke len, en op die wijze gestalte te geven aan die vorm van emanci patie. Ik stap over naar economische zaken en werkgelegenheid via de B.S.W. omdat de heer De Zwart daar een vraag over heeft gesteld. Dat betrof de problematiek van de mingroei. Ik denk dat we eigenlijk de problematiek onderkennende daarover geen verschil van mening hebben. De consequenties voor die mingroei, met name op zo'n B.S.W.is tamelijk moeilijk. De vraag is ook vanuit de bestuurscommissie gekomen. Moet je nou in dit kader op dit moment reageren in de richting van de staatssecretaris? Dat zou kunnen. Aan de andere kant lijkt het me tamelijk overbo dig, omdat de staatssecretaris bij diverse gelegenheden al met 16 DECEMBER 1985 1215

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1215