16 DECEMBER 1985
1226
Wethouder RöMKENS
Het is een ook voor mij ongebruikelijke situatie. Dit is de eer
ste keer dat ik in de gelegenheid wordt gesteld, na het aanho
ren van de algemene beschouwingen, op zo'n korte termijn te rea
geren naar aanleiding van een veelheid van vragen, die met name
op het gebied van de financiën liggen. Ik zal proberen de vra
gen in zo'n groot mogelijke samenhang te beantwoorden, omdat
bijna door alle fracties heen de strekking van de vragen gelijk
was. Als ik niet de volgorde neem, die de diverse sprekers heb
ben gevolgd, is dat om enige samenhang in het geheel te krij
gen. In zijn algemeenheid is men, blijkens de reacties, niet on
tevreden over het feit, dat het college een sluitende begroting
gepresenteerd heeft. Als ik het goed begrijp, betekent dit voor
het C.D.A. en de V.V.D., dat men het college uitnodigt op de in
geslagen weg voort te gaan. De P.v.d.A. doet zelf de handrei
king tegen de achtergrond van de op ons afkomende problemen.
Het zou voor de P.v.d.A. eventueel zelfs bespreekbaar zijn om
met een niet sluitende begroting te werken, mits in de volgende
termijn de begroting wel weer sluitend is. Het is duidelijk dat
het college het uitgangspunt van datgene waarvoor wij hier zit
ten, handhaaft. Wij blijven streven naar het presenteren van
een sluitende begroting en met ons beleid wordt daarmee in de
toekomst rekening gehouden. De C.D.A. V.V.D. en P.v.d.A. heb
ben erop gewezen, dat wij ten aanzien van de tarieven een terug
houdend beleid zouden moeten voeren. Het is duidelijk dat ook
in deze begroting, die wij nu presenteren voor 1986, die terug
houdendheid aan de dag is gelegd. Zonder toezeggingen te doen
naar de toekomst toe, moet ik opmerken dat, voor zover wij dat
nu kunnen voorzien, die terughoudendheid wellicht noodzakelijk
is om toe te passen, gezien mogelijke ontwikkelingen ten aan
zien van plafonds die wij zullen tegenkomen, ten aanzien van be
paalde tarieven, waardoor wij, ook al zouden wij willen, de te
rughoudendheid moeten betrachten, maar dat is dan de negatieve
benadering. Ik denk dat die terughoudendheid nagestreefd wordt,
ook tegen de achtergrond van de totale woonlastenproblematiek
In dat kader is met name door C.D.A. en V.V.D. gewezen op de mo
gelijkheden, respectievelijk onmogelijkheden van het profijtbe
ginsel, respectievelijk de toepassing van de profijtkorting. De
heer De Zwart heeft met name gezegd: "college ik zie in de meer
jarenplanning dat dit jaar nog f 700.000,éénmalig beschik
baar is ter overbrugging van de profijtkorting, die van rijks
wege is opgelegd en wat dat betreft zie ik toch de toekomst met
enige zorgen tegemoet. Kunt U ons zeggen wat de mogelijkheden
respectievelijk onmogelijkheden zijn van de toepassing van het
profijtbeginsel zoals dat van regeringswege geleid heeft tot de
toepassing van deze korting". Zoals ik ook al bij de behande
ling in de commissie heb gezegd, is het de bedoeling van het
college om de belangrijkste tarieven waarop het profijtbeginsel
van toepassing is, bespreekbaar te maken bij de Kadernota, en
de mogelijkheden, maar vooral de onmogelijkheden daarvan te eta
leren. U zult dan zien dat de feitelijke mogelijkheid om de
profijtkorting toe te passen in Breda niet zo groot zal zijn.
Overigens ter geruststelling bij het globale meerjarenperspec
tief is in ieder geval rekening gehouden met het feit dat voor