16 DECEMBER 1985 1234 bij de t.v.-shows van Ted de Braak of bij Willem Ruys en U ha mert maar af als ik er helemaal naast zit. Het C.D.A. is heel duidelijk, want die zegt dat ze voorstander zijn wat het cen traal beheer van de zwembaden wat privatiseren betreft. De V.V.D. omkleedt hun standpunt op een andere wijze. De P.v.d.A. zegt dat het een eindeloze zaak aan het worden is en wanneer komt U nu eens met een voorstel voor publiekrechtelijke beheer- vorm. D'66 zegt dat het geen dogma is. Ik zal het nog een beet je opvoeren ten aanzien van het centraal beheer van de zwemba den. Er zijn zes leden in het college en er zijn zeven stemmen te verdelen. De meerderheid van de gekozen leden van het colle ge steunt het voorstel van de heer De Zwart niet. Dat neemt niet weg dat het toch zinvol is dat, tegen de achtergrond van de belangen voor het personeel, omdat we al zoveel jaar bezig zijn met de hele problematiek van de zwembaden, er snel duide lijkheid zal moeten komen. De welzijnsvoorzieningen van de Haag se Beemden worden besproken door de heer Hofsté. Dan ben ik aan gekomen bij onze droevige druiloor, het cultuurbeleid. U heeft zaterdag in de krant kunnen lezen over de droevige druiloor. Er staat een kerstboom, maar daar houdt het dan ook mee op. Als dan op de valreep ook nog de hele versiering gejat wordt, staat het er schamel bij. Aan de andere kant is het er wel in Breda. Er is een cultuurbeleid en we hebben een groot aantal voorzie ningen van alles ééntje. We prijzen ons gelukkig dat onlangs de Tweede Kamer besloten heeft om in ieder geval het volkenkundig museum als filiaal te handhaven. Men heeft dus gekozen voor het behoud van het volkenkundig museum in Breda. Cultuur blijft ech ter een zorgenkind en waarom? Als gemeentelijke overheid wil je toch zorgen voor een pluriform aanbod, zo breed mogelijk en kwalitatief goed. Ik denk dat we de mankracht hebben die die taak aan kan. Het is juist dat die gemeentelijke instelling, de activiteiten, de instellingen van het particulier initiatief, de amateurssector in zijn totaliteit dat cultuurbeleid maken. Wij hebben ook ingespeeld op die ontwikkeling. U hebt in het programakkoord gevraagd naar de rol van de experimenten. U ziet dat we naar de toekomst toe het popbeleid gaan inkaderen in de muziekschool. Ik denk dat we die flexibiliteit in dat cultuurbe leid nu juist moeten proberen te behouden. Je zou het soms wat gouder omrand willen, maar de realiteit gebiedt natuurlijk wel dat er alom bezuinigd dient te worden. Als Uw raad ons de gele genheid geeft om in ieder geval in de voorzieningen die er zijn, de activiteiten te laten plaatsvinden, die wij allemaal zo belangrijk vinden voor de Bredase bevolking, denk ik dat we in deze moeilijke tijd al een belangrijke barrière hebben geno men. De heer De Zwart zegt ook dat het cultuurbeleid zich in po sitieve richting ontwikkelt. Hij vraagt wat betreft de biblio theek naar de stand van zaken. U weet het nog zo'n beetje. Er is f 670.000,-- aan rijksbezuinigingen uit de h.u.g. 2 gebleven en er is een beleidsnota op tafel gelegd. Een bestuurscommissie zegt dat ze er even aan gaan staan en dat is de taak van de bi bliotheek. Voor de rest bestaat er niets op de wereld, alleen die bibliotheek. We vullen dat in en we halen die bezuinigin gen. Dan komt die nota bij het college en die zegt: was het dat nou, stoppen we daar nu zoveel geld in die bibliotheek. Wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1234