16 DECEMBER 1985 1238 methodiek om in hoofdlijnen te denken en te besluiten. Dat is een wijziging ten opzichte van andere jaren, waarin de raad over de details van het beleid sprak. Er komt niet, dat is de consequentie van de methodiek en ook daar hebben verschillende fracties over gesproken, ieder jaar een totaal nieuwe nota. Dat zou daarmee in tegenspraak zijn. Wel zal in 1986 als gevolg van programma- en college-onderhandelingen een niet onbelangrijke beleidsbijstelling kunnen plaatsvinden. Op het terrein van de wetgeving van het Welzijn staat ook het een en ander op stapel. Een ontwerp voor een beperkte Welzijnswet is bij de Tweede Kamer ingediend. Eind zestiger jaren is door de toenmalige minister van C.R.M., mevrouw Klompéin een memorandum een aanzet gegeven. Het is te hopen dat die wet er komt, omdat het ontwerp aangeeft dat er meer structurele beleidsruimten en meer financiële zekerheid op dit punt aan de gemeenten zal worden geboden en daaraan hebben wij grote behoefte. Voor één aspect wil ik bijzondere aandacht vragen, ook omdat alle fractievoorzitters daarop hebben gewezen, en dat betreft de inzet van de vrijwilligers. Juist op het brede terrein van het Welzijn zijn talloze vrijwilligers actief, of het nu gaat om werk voor ouderen of jongeren, de gezondheidszorg of de maatschappelijke dienstverlening. Ik blijf nog maar van de terreinen van de collegaporte feuillehouders af. Velen doen vrijwilligerswerk volstrekt ano niem. Bij een terugtredende overheid en een groter beroep op de samenleving en wanneer dat appèl op die vrijwilliger steeds gro ter wordt, behoeft dat onze waardering. Ik wil dat hierbij ook uitspreken. Er is gesproken door alle fracties. Drie fracties hebben een motie aangekondigd en bij U ingediend over de Haagse Beemden. Wij zijn druk doende om een goede woonwijk te ontwikke len. De heer Welschen heeft dat aangegeven en hij heeft gezegd dat ik over de welzijnsvoorzieningen zou spreken. Wij constate ren dat op dit moment de planning van de welzijnsvoorzieningen in de Haagse Beemden achterblijft. Dat is een slechte zaak. Het is zo dat er een voorbereidingskrediet klaar ligt en dat op ba sis van de plannen, die door middel van het voorbereidingskre diet worden ontwikkeld, we tot een concretere voorstelling wil len komen. We zullen, als het college nog te bespreken en te be sluiten heeft, bij de Kadernota over de hoogte van het te inves teren bedrag en de brede steun vanuit de raad, gezien als een ondersteuning van dat beleid, spreken. Het is nadrukkelijk moge lijk om te denken aan een multifunctioneel gebruik van accommo daties daarbij. De heer Martens heeft gevraagd hoe de verlaging te verklaren is van het bedrag aan bijstandskosten. In de com missie heeft de heer De Hoogh daarop gewezen. Als ik het goed heb, is aan de leden van de commissie Welzijn I het antwoord op de vraag gedetailleerd gegeven. Ik wil dat, omdat daar uitdruk kelijk naar gevraagd is, hier herhalen. De verlaging van de uit kering is het gevolg van de toepassing van de woningdelersnorm en meerdere kortingen in verband met kostgeld. Die twee facet ten in de bepaling van de bijstand heeft tot gevolg dat de bij stand als zodanig met een percentage van 5,7 is gekort. Dat het vervolgens toch weer opgehoogd is, komt doordat de verwachting

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1238