16 DECEMBER 1985
1241
De heer CRUL
Zegt de wethouder nu in feite, want dat hebben we gevraagd, of
in de ambtelijke organisatie de mogelijkheid van coördinatie
aanwezig is. U zegt: doordat we pas in 1985 begonnen zijn, zijn
we eigenlijk nog niet aan een evaluatie toe. Ligt dat nu aan
het feit dat dat te snel is gegaan, of is dat omdat U geen goed
coördinatie-instrument hebt.
Wethouder HOFSTé
We praten over een voortgangsrapportage. We praten niet over
een evaluatie. Naast de bespreking van de voortgangsrapportage
is het de bedoeling, en ik heb U dat eerder gezegd, om de knel
punten te inventariseren. De vraag is geweest of we niet moeten
komen tot een ambtelijke werkgroep of projectgroep. Ik dacht
dat mevrouw Paulussen daarover gesproken had. Ik herinner eraan
dat er een ambtelijke werkgroep is en op basis van de discussie
stel ik me voor om nog eens met die ambtelijke werkgroep daar
over te spreken. Ik wil niet vooruitlopen op de discussie die
dan, nadat het in de verschillende vakcommissies is geweest, in
die commissie aan de orde gesteld wordt. Die ambtelijke werk
groep heeft twee taken, nl. advies geven aan de emancipatie
adviesraad en ondersteuning van het ambtelijk apparaat. Tegen
die achtergrond zal ik me nader bezinnen in hoeverre er bijstel
ling van beleid nodig is. De heer De Zwart heeft met name over
baarmoederhalskankeronderzoek gesproken. In de commissie is
daar door meerdere fracties aandacht voor gevraagd. Ik wil daar
bij twee zaken opmerken. In de eerste plaats heeft Breda in
1985 gezegd dat ze éénmalig f 15,-- beschikbaar wilde stellen
per onderzoek om het laagdrempelig te maken. De kosten zijn
f 30, de verlaging ging naar f 15, Er moet een beperkte
evaluatie komen naar het effect van die gemeentelijke
bijdrage. In de commissie is al aangegeven dat, en de evaluatie
is nog niet afgerond, maar het tendeert er wel naar, die
bijdrage toch een gunstig effect heeft. Dat zou ervoor kunnen
pleiten om voor 1986 nogmaals te overwegen een éénmalige
bijdrage te verstrekken. Gelet op het feit dat nagenoeg alle
fracties in de commissie er aandacht voor gevraagd hebben, is
voor mij reden geweest om het in het college aan de orde te
stellen. Het college wil graag die kant op. Indien de
evaluatie duidelijk uitwijst dat het een positief effect heeft,
zal voor 1986 nog die éénmalige bijdrage gegeven worden. Ik zeg
éénmalig, omdat het in de bedoeling ligt van de
staatssecretaris van volksgezondheid om het preventief
onderzoek voor baarmoederhalskanker, onder te brengen bij de
huisartsen. Er is gezegd dat er allerlei adviesraden in het
leven geroepen zijn. Ik heb begrepen dat mijn voorganger dat
gedaan heeft. Een beoordeling, zeker van adviesraden die nog
niet lang functioneren, vindt nu niet plaats. Het ligt zeker
niet in mijn voornemen om een aantal adviesraden, die
buitengewoon positief werk doen, goed en breed van
samenstelling zijn en goed van niveau, de grond in te boren.