19 DECEMBER 1985 1245 De heer MARTENS U neemt de tijd op zolang ik aan het woord ben maar dat is maar kort. Ik ga even terug naar het junibesluit over de kerncentra les. Daar zijn een aantal voorwaarden via vier gedachtenstreep- jes geformuleerd, o.a. bevolkingsdichtheid en milieuverontreini ging. Het blijkt, zowel uit de brede maatschappelijke discussie als uit het onderzoek van de RARO, dat daar een negatief advies over gegeven wordt. Dat heb ik bedoeld met het landelijk stand punt wordt vertaald in het Bredase. De heer DE ZWART Los van de opmerking van de heer Martens zal het duidelijk zijn dat wij, voor wat de C.D.A.-fractie in Breda betreft, heel dui delijk die stellingnamezoals ik die net verwoord heb, handha ven. Wanneer de P.v.d.A. stelt dat door ons de ontwikkelingssa menwerking op de tocht wordt gezet wijzen wij hen er nogmaals op dat, hoe sympathiek wij ook staan tegenover deze zaak, wij met betrekking tot het beschikbaar stellen van gemeentelijke middelen in deze raadsperiode niet meer maar ook niet minder hebben gedaan dan hetgeen hierover in het programakkoord is vastgelegd. Gezien onze positieve De heer MARTENS Dat is zeer correct maar om de stichting de ruimte te geven om een behoorlijke werkwijze te formuleren, was het goed geweest als zij hadden geweten dat ze in ieder geval vijf jaar over de financiën hadden kunnen beschikken. De heer DE ZWART We zullen het debat over de ontwikkelingssamenwerking hier niet herhalen. Ik wil mijn tekst vervolgen en dat gaat ook over ont wikkelingssamenwerking. Die luidt als volgt: gezien onze posi tieve opstelling, zoals die is vastgelegd in ons verkiezings programma 1986-1990, zal bij de volgende programonderhandelin gen dit onderwerp door ons ongetwijfeld aan de orde worden ge steld om dan opnieuw gewogen te worden. De inbreng van D'66 krijgt wat ons betreft, als het gaat om de stijl, een 10+ voor arrogantie. Met een variant op hetgeen zij over ons gesteld heb ben, zou ik willen zeggen dat de inbreng van D'66 als regerings partij voor ons politiek onbegrijpelijk is, dat het ons vertrou wen in hen niet vergroot heeft en dat het amateuristisch over komt. In zijn reactie op onze begroting over de afdekking van de structurele behoefte van f 1.592.000,met éénmalige midde len, merkt wethouder Römkens terecht op dat het hier gaat om éénmalige middelen die met structureel geld worden afgedekt, waarbij dit structureel geld met name beschikbaar is gekomen door de meevaller van f 1 .750.000,-- in het kader van de bij standskosten. Niettegenstaande dit gegeven blijft onze kritiek gehandhaafd dat in deze begroting bezuinigingsmaatregelen met een structureel karakter in onvoldoende mate tot uitdrukking ko men, zoals die bij de Kadernota besproken zijn. Dit geldt met name voor datgene wat aangedragen had moeten worden door de por tefeuille van wethouder Van Asseldonk. Hierbij willen wij te vens opmerken dat er nog immer een hug-knelpunt van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1245