19 DECEMBER 1985 1248 maar de totale V.V.D.-fractie die afwijzend staat ten opzichte van het overdag vergaderen. Gedurende deze raadsperiode hebben wij meerdere malen van de zijde van het college of uit het amb telijk apparaat geluiden vernomen, waaruit valt op te maken dat voorzichtig, langzaam maar zeker, wordt aangestuurd op het ver plaatsen van de raads- en commissievergaderingen naar de middag uren. Daarom hebben we al geruime tijd geleden en wel bij brief d.d. 5 september 1984, handelend over de evaluatie van het be stuurlijk functioneren van de raad en de raadscommissies, erop gewezen dat het raadslidmaatschap een nevenfunctie is die in combinatie met een normale voltijdse dagtaak moet kunnen worden vervuld, zodat de raads- en commissievergaderingen 's avonds dienen te worden gehouden. Ik heb deze opvatting afgelopen maan dag in onze algemene beschouwingen herhaald. Ons standpunt wordt zeker niet ingegeven door de wens de professionele be stuurders en de ambtenaren met avondvergaderingen te belasten. Hun werkdruk is inderdaad erg groot maar ook het werken buiten de normale kantoortijd, is naar onze mening inherent aan de functie van burgemeester, wethouder of beleidsambtenaar. Waar het ons om gaat, is dat het lidmaatschap van de gemeenteraad in beginsel door alle burgers moet kunnen worden vervuld en niet alleen door wie over een ambtelijke of daarvan afgeleide rechts positie beschikt. Het is nu op het ogenblik al zo dat een groot deel van het raadswerk overdag moet worden verricht. De voorbe reiding van de vergaderingen in de vorm van contacten met de ambtenaren en andere werkzaamheden kan alleen in werktijd plaatsvinden. Herhaaldelijk worden raadsleden overdag door bur gers en organisaties telefonisch of in persoon benaderd. Geen enkel raadslid is nog in staat zich overdag ongestoord te wij den aan zijn of haar hoofdfunctie, waartoe wij uiteraard ook de huishouding rekenen. In dat opzicht is de belasting van raadsle den minstens zo groot als die van professionele bestuurders. Als dan ook nog eens 5 a 6 middagen per maand vergaderd moet gaan worden, komen raadsleden, werkzaam in het bedrijfsleven als werknemer of zelfstandige, en ook huisvrouwen, in zo grote problemen dat beëindiging van het lidmaatschap van de gemeente raad onontkoombaar is. De problemen worden zeker niet, zoals zo vaak wordt beweerd, opgelost door het wettelijk gegarandeerd recht van de werknemer op verlof zonder behoud van loon en door de vergoeding die de leden van de gemeenteraad sinds enkele ja ren voor hun werkzaamheden ontvangen. Als een werknemer of een zelfstandige zijn dagelijkse bezigheden herhaaldelijk voor kor tere of langere duur voor raadswerk moet onderbreken, heeft dat onvermijdelijk gevolgen voor de ontplooiing in de hoofdfunctie, wat zeker niet met een vergoeding valt te compenseren. Raadsle den aanvaarden bewust dat risico maar ze hebben er dan wel recht op dat hun persoonlijke omstandigheden niet verder worden geschaad dan onvermijdelijk is bij combinatie van functies. Het op zich legitieme verlangen van de collegeleden naar zoveel mo gelijk normale arbeidsvoorwaarden behoort naar onze mening te wijken voor het belang van de raadsleden, die toch te zamen het hoogste bestuursorgaan van de gemeente vormen. Daarom zullen wij ons blijven verzetten tegen pogingen om de vergaderingen van raad en commissies naar de normale werkuren te verplaatsen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1248