19 DECEMBER 1985
1256
en hoopvol toen we het hadden over de stille reserves en het
vastliggend vermogen. Mogelijk door de portefeuillewisseling
die dit jaar heeft plaatsgevonden is er wat tussen wal en schip
gevallen. We hebben daaraan uitgebreid aandacht besteed bij de
behandeling van de Kadernota op 23 mei 1985 met een motie en
met een toelichting en we willen daarbij verwijzen naar de notu
len blz. 562 en 563 van die betreffende vergadering. Daarbij
werd o.a. door het college het volgende gezegd, en dat gaat dan
over ons voorstel: "dat ze een diepgaandere benadering vergen
en waard zijn". Dat was de wethouder die dat op dat moment uit
sprak. Voor mij zijn ze dan met deze behandeling ook niet afge
daan. Wij komen daar wel op terug. Dan vinden wij de opmerking
van de wethouder: "goh, waar heb je het over", in een raar dag
licht staan. Dan is toch een uitgebreide discussie binnen de
commissie Middelen en Milieu hard nodig. Bij het personeelsbe
leid hebben wij met name gevraagd naar loopbaanbegeleiding en
loopbaanplanning. Het college antwoordt dat alleen gereageerd
wordt op structurele signalen. Ik denk dat loopbaanplanning- en
begeleiding integraal onderdeel uitmaken van een goed perso
neelsbeleid. Ik neen aan dat de wethouder het ook met ons eens
is. Uit de antwoorden proeven we iets anders maar we willen
daar graag nog een nadere toelichting op. Wij vinden het, als
dat niet zo gepraktiseerd wordt, essentieel dat we dat in Breda
wel gaan doen. De wethouder Wonen zit op dezelfde lijn als wij,
als we naar de algemene beschouwingen kijken. De wijze waarop
het stadsbeheer moet worden aangepakt, namelijk integrale bena
dering, staat haaks op de mening van het C.D.A. maar dat
schijnt te kunnen. We vragen ons af of het mogelijk is om een
projectgroep met die doelstelling in het leven te roepen om
eens te kijken wat je moet gaan doen met stadsbeheer. Wat be
treft de binnenstad geeft hij aan dat de samenwerking per pro
ject bekeken moet worden. We vragen ons af of dat juist niet
tegen die integrale benadering van zo'n heel stadsdeel ingaat.
We zouden daar graag nog wat meer over willen weten. Bij Wel
zijn I is met name gediscussieerd over de aanpak van de drugs
verslaving. Wij willen hier toch ook aandacht vragen voor de
alcoholverslaving want wij hebben het gevoel dat dat ook hand
over hand toeneemt. Ik vraag of we daar in de commissie, naar
aanleiding van een notitie, eens rustig over kunnen praten. Ons
standpunt inzake cultuur is duidelijk verwoord in onze moties
en bij de behandeling van de moties zullen we daar wel op terug
komen. De heer De Zwart had een leuke opmerking en daar wilde
ik toch nog even op ingaan. Allereerst denk ik dat de heer De
Zwart niet voor de klas staat, want dan zou hij weten dat een
10+ niet bestaat. Dat cijfer is dus niets waard en ten tweede
vind ik dat de waarheid gezegd moet kunnen worden. Het gaat dui
delijk om wat er gezegd is.
De heer DE WAAL
Wij hebben bij het antwoord van het college een aantal dingen
gemist. Het ligt waarschijnlijk aan het feit dat wij 's middags
hebben vergaderd en dat U 's avonds moest reageren. De V.V.D.