19 DECEMBER 1985
1260
De heer CRUL
Wij houden het vanavond bij de twee kernpunten die we ook in
eerste instantie naar voren hebben gebracht. Het emancipatiebe
leid voor vrouwen en verre burgers en de stelselherziening.
Toen we de antwoorden van het college nog eens nalazen en op
een rijtje zetten, toen hadden we in eerste instantie de gedach
te om het maar met één zin af te doen en daarin ons ongenoegen
over de zaak kenbaar te maken, want wij hebben de indruk dat er
een afspraak is gemaakt tussen de collegeleden om helemaal
niets te zeggen over die twee punten of in ieder geval die zaak
als nietszeggend af te doen. Dat is te betreuren, want het zijn
twee belangrijke zaken, zeker voor de toekomst. We hebben in
tweede instantie toch gezegd dat we toch maar in zullen gaan op
wat de collegeleden hebben gezegd omdat het zeker naar de kie
zers toe en ook voor de toekomst van belang is om te weten wat
je aan elkaar hebt. Wij hebben het collegebeleid wel eens beoor
deeld met drie O's, waarvan een zekere wethouder Van Dun nog
wel eens wat van opgestoken heeft. Er komen er nu twee bij. Eén
dat het college in zijn antwoord onbewogen is over wat er nu
eigenlijk op het veld van de minima en de stelselherziening aan
de hand is. Daarnaast dat ze onvriendelijk zijn met betrekking
tot de emancipatie van vrouwen en verre burgers. Dat conclude
ren we vooral bij de voorzitter van de raad, want die kleineert
de zaak van de emancipatie toch geweldig door de zaak in één
zin af te doen, als hij zegt dat hij ergens nog wel een klein
potje heeft staan, waarmee we wat aan voorlichting kunnen
doen. Daar laat hij het verder bij. Dit is zeker beneden het
minimum. Wethouder Sandberg suggereert dat het van onze kant
uit toch eigenlijk maar rare vragen zijn. Hij zegt: "Ik doe
toch al zo veel", en hij maakt zich er dan vanaf door te zeggen
dat er toch werkplannen zijn in het onderwijs. Hij zegt verder
niets over waar wij om gevraagd hebben, wat er in 1986 gaat ge
beuren en over de ideeën die hij heeft met betrekking tot de
portefeuille waar hij mee bezig is. Hij zegt ook niet wat hij
nu eigenlijk aan het doen is op het terrein van emancipatie en
stelselherziening met het oog op de voorjaarsnota van 1987. Wet
houder Welschen heeft een nieuwe vluchtweg gevonden. Hij steekt
zijn armen omhoog en zegt: "wat moet ik nu toch doen in de sec
tor emancipatie, ik kan daar niets doen". Hij klampt zich vast
aan de C.D.A.-staatssecretaris Brokx. Wethouder Römkens maakt
het helemaal van eieren. Hij verwijst opnieuw naar een nieuwe
notitie. Blijkbaar moet er weer iets op papier gezet worden,
terwijl er duidelijke afspraken gemaakt zijn. Onze bedoeling is
om te horen van het college, en ook van wethouder Römkens, wat
er nu in 1986 echt gaat gebeuren. Wethouder Van Asseldonk was
het eerst vergeten en kwam er toen in tweede instantie toch nog
even op terug. Hij is in ieder geval eerlijk want hij consta
teert dat hij op dit terrein eigenlijk in de algehele malaise
deelt
Wethouder VAN ASSELDONK
Wij voeren exact in het cultuurbeleid uit wat de raad afgespro
ken heeft over het emancipatiebeleid.