De VOORZITTER Dat is ook niet gebeurd. Het had wel aan de ambtenaren gekund, want dan hadden zij tenminste al een aantal antwoorden op vra gen kunnen formuleren, die nu bleven zitten en niet beantwoord zijn. Ook hebben we een aantal antwoorden niet kunnen geven om dat de vragen niet gesteld zijn. De heer DE ZWART Het moet toch duidelijk zijn wanneer wij een schrijven krijgen waarin wij verzocht worden om voor tien uur de teksten aan te leveren, dat was een nieuw verzoek want dat was niet zo afge sproken, en ik citeer: "zodat daarmee tot een zo volledig moge lijke beantwoording door het college in eerste termijn kan wor den gekomen", dat de teksten van diegenen die ze aangeleverd hebben, en dat waren ze niet allemaal, ter hand worden gesteld van het college. Ik kan niets anders opmaken uit de zin: om het college inderdaad de gelegenheid te geven om zo volledig moge lijk te antwoorden. Het bevreemdt mij dan dat het college pas om twee uur de teksten krijgt. De VOORZITTER Misschien is het goed dat wij daar met de senioren tijdig voor de volgende keer eens over praten hoe we dat moeten aanpakken. Wij willen ons strikt houden aan de voorwaarden die fractievoor zitters stellen bij het inleveren van hun tekst. Met betrekking tot mijn portefeuille zijn er drie of vier opmerkingen gemaakt. Ik zou in het algemeen willen zeggen dat één van de sprekers het betreurde dat wij niet zijn ingegaan op de politieke zaken die de fracties onder elkaar gewisseld hebben en op het regeringsbeleid. Wij hadden daaraan geen behoefte en ik denk ook niet dat dat van ons verwacht kan worden. De heer HENDRICKS Ik begrijp U goed als U zegt dat het niet de bedoeling is van het college te antwoorden op zaken die de fracties met elkaar bediscussiëren. Ik moet U dan toch wijzen op de inhoud van het programakkoord, waarbij we juist afgesproken hebben dat bij uit stek de begrotingsbehandeling ertoe geëigend is om eens een keer een politieke beweging te maken. Dat zou zowel voor raads leden onderling kunnen zijn maar ook voor fracties onderling, van fracties naar het college en van het college ook naar de raad toe, gegeven het feit dat U daarvoor jaarlijks een soort evaluatie opstelt. Als er bijvoorbeeld onzerzijds een paar vra gen gesteld zijn in de richting van het college over standpunt bepalingen, waarbij in onze ogen een merkwaardige situatie is ontstaan, dan mogen wij toch verwachten dat U daar als college ook een antwoord op zult geven. De VOORZITTER Ik zit te denken aan de opmerkingen over de heer Martens hoe hij denkt over de samenstelling van deze regering, terwijl de heer De Zwart daar weer een andere opvatting over heeft. U kunt niet verwachten dat wij als college daarop antwoorden. Ik ver moed dat binnen het college daar ook verschillend over gedacht 19 DECEMBER 1985 1263

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1263