21 JANUARI 1985 126 een verantwoord algemeen voorzieningenniveau tot uitdrukking komt maar tevens en vooral waarin aandacht wordt gevraagd voor groepen en individuen die het meest kwetsbaar geacht mogen wor den. In dit verband is het van belang te constateren dat in al le besluiten op dit terrein duidelijkheid is gegeven ten aan zien van de politieke en financiële kaders waarbinnen het wel zijnsbeleid gestalte dient te krijgen. Een duidelijkheid waar de Bredase burger recht op heeft en die erop gericht is dat de burger via pluriforme organisatievormen invulling aan z'n eigen welzijn kan geven, gericht op het dragen van een stuk eigen ver antwoordelijkheid. Door diverse fracties is aandacht besteed aan de drugproblematiek. U heb bij Uw beantwoording daar ook op gewezen. Hierbij zijn twee aspecten onderkend, te weten: be strijding en hulpverlening. Zowel door C.D.A, V.V.D. als P.v.d.A. is ingegaan op de organisatie van de hulpverlening, mede naar aanleiding van de recente gebeurtenissen. Zoals in de overeenkomst tussen gemeentebestuur en bestuur M.C.A.D. is vast gelegd, verwachten wij op een zodanig tijdstip voorstellen, dat de raad hierover voor de begrotingsbehandeling 1986 tot besluit vorming kan komen. In dit kader ervaren wij de C.D.A.-motie met betrekking tot de 24-uurs bereikbaarheid dan ook als een onder steuning van onze opvattingen omtrent de richting van dat be leid en wij zullen als de raad deze motie aanneemt dan ook graag deze motie uitvoeren. Daarmee heb ik dan meteen ook het collegestandpunt ten aanzien van motie 1 gegeven. Het zal dui delijk zijn dat de raad de uitwerking van de voorstellen inzake de hulpverlening zal krijgen gepresenteerd in relatie met de be strijding. Hierover zal bij de beleidsvoorbereiding maar ook bij de voorbereiding van het preadvies nadrukkelijk overleg met de burgemeester als hoofd van de politie zijn begrepen. Zowel V.V.D.P.v.d.A. als D'66 zijn bij de presentatie van hun alge mene beschouwingen slechts in globale zin op onderdelen van het welzijnsbeleid ingegaan. Gezien evenwel de discussies in de com missie zal ik bij de nu volgende benadering op een aantal ook voor deze fracties van belang zijnde aspecten nader ingaan. In aansluiting op het duidelijke raadsbesluit van 20 december 1984 is door het merendeel van de fractie positief gereageerd op het herwaarderingsproces buurtgericht sociaal-cultureel werk, ook wel genoemd de nota Plussen en Minnen. Juist de duidelijkheid waar ik ook in het begin van mijn verhaal over sprak is een voorwaarde om tot een zo rechtvaardig mogelijke en eerlijk moge lijke uitwerking van dit proces te komen. In dit verband zal het ook duidelijk zijn dat de motie van de P.v.d.A. een gedeel telijk terugdraaien van het 3 weken geleden genomen raadsbe sluit lijkt. De raadsuitspraak over de nota Plussen en Minnen was mede gebaseerd op de politiek bestuurlijke duidelijke uit spraak om de inzet van de herbezettingsgelden te richten op die buurten die door het wegvallen van tijdelijke voorzieningen on der het beoogde niveau van de inzet per 1 januari 1987 zouden komen. Juist voor de in de motie van de P.v.d.A. genoemde buur ten heeft dit een bijstelling in de beheerssfeer tot gevolg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 126