19 DECEMBER 1985
1264
wordt. Ik weet het niet zeker maar het lijkt mij niet zo zinnig
om te proberen een consensus daarover binnen het college te
krijgen. De heer De Zwart heeft ten aanzien van de ontwikke
lingssamenwerking gezegd dat deze zaak bij de programonderhande
lingen ongetwijfeld aan de orde zal komen. Ik meen dat ik na
mens het college spreek als ik zeg dat we inderdaad hopen dat
daar ook door alle fractievoorzitters bij het onderhandelen, de
nodige aandacht aan zal worden besteed. Met betrekking tot de
politie hebben de heren De Zwart en Taks het woord gevoerd, me
de in het kader van de nota "samenleving en criminaliteit". Met
name de heer Taks heeft daar nog iets meer van gezegd. Door bei
de fractievoorzitters zijn moties ingediend. Wij zouden, op
grond van eerder gedane toezeggingen, willen voorstellen om mo
tie 2, met betrekking tot herinrichting onbebouwde ruimten, in
te trekken, aangezien wij reeds in deze richting handelen. We
zijn het niet helemaal eens met de tekst van motie 2, waar ze
zegt: "constaterende dat tot nu toe weinig expliciete aandacht
aan de factor sociale veiligheid wordt besteed". Wij bestrijden
dat enigszins. Als U zegt "niet voldoende", dan willen we best
as op ons hoofd strooien, maar dat wij echt onvoldoende aan
dacht aan deze zaak besteden, bestrijden we. Wij handelen al
conform deze motie en wij geven het C.D.A. in overweging op
grond van deze informatie de motie in te trekken. De heer Taks
heeft in zijn motie nr. 7 inzake criminaliteit zijn tweede
wens, het instellen van een commissie van advies en bijstand,
laten vallen op mijn advies. Hij handhaaft deze motie, waarin
hij de burgemeester verzoekt te onderzoeken of een criminali-
teitsbeheersingsplan zin heeft. Dat "onderzoeken" wil ik graag
toezeggen en in die zin is de motie aanvaardbaar. Hij moet ech
ter niet te optimistisch zijn over de uitkomst van het onder
zoek. Hij spreekt nu over een actieplan en dat klinkt al een
stuk praktischer dan een criminaliteitsbeheersingsplanWe heb
ben toegezegd dat we in de loop van 1986, en we hopen daar de
mankracht voor te krijgen, zullen starten met de werkgroep. De
heer Taks vraagt of we bij de begroting 1987 de eerste aanzet
ten ter discussie krijgen
De heer TAKX
Een tussenrapportage.
De VOORZITTER
in de commissie Algemene Zaken. Wij doen ons best en dat
moet als aanzet zeker kunnen lukken. De heer Taks heeft gewezen
op de opmerkelijke briefwisseling tussen de dames, min mevrouw
Pellis, en de voorzitter inzake emancipatie. Het ging over een
feitelijke zaak maar we hebben het toch in een wat breder licht
gezien. U kunt zich voorstellen dat deze discussie zich binnen
7 1/2 minuut niet kan voltrekken. Er komt een gesprek. Opval
lend vind ik wel dat hij eigenlijk de discussie al overbodig
maakt, want hij zegt het jammer te vinden dat de mannen niet
mee ondertekend hebben. Immers, als ze dat gedaan hadden, dan
was er ook niet zo'n brief gekomen. Juist omdat alleen de vrou
wen de brief schreven was er aanleiding tot zo'n reactie.